Internazionale heeft de druk opgevoerd op koplopers AC Milan en Napoli. De ploeg van Simone Inzaghi won met 2-0 van promovendus Venezia, waar Ridgeciano Haps en voormalig AZ-doelman Sergio Romero in de basis mochten beginnen. Zij konden hun ploeg dus niet behoeden voor een nederlaag.

Vanaf minuut één had Inter de touwtjes stevig in handen. De regerend landskampioen ging op jacht naar de openingstreffer en in de veertiende minuut moest Romero voor het eerst serieus in actie komen. De sluitpost redde geweldig op een inzet van Edin Dzeko, die afgelopen woensdag nog twee keer trefzeker was in het Champions League-duel met Shakhtar Donetsk. Na dertig minuten spelen had de Argentijn ook een antwoord op een inzet van Ivan Perisic.

In minuut 34 moest de doelverdediger de bal toch uit zijn net vissen. Hakan Calhanoglu kreeg de bal op de rand van het strafschopgebied uit een rebound en wist daar wel raad mee. Hij schoot de bal in de linkeronderhoek, voorbij Romero. Venezia jaagde op de gelijkmaker en Inter hoopte om de marge te verdubbelen, maar lang leek de Turkse spelmaker de enige treffer van de wedstrijd op zijn naam te hebben. Denzel Dumfries kwam twintig minuten voor tijd in het veld en zag de marge in de slotsecondes toch nog verdubbeld worden door een benutte strafschop van Lautaro Martinez, die werd veroorzaakt door Haps.

Door de driepunter van de Milanezen is het gat met stadgenoot AC Milan en Napoli sowieso voor even verkleind tot één punt, al hebben die ploegen nog wel een wedstrijd tegoed. Inter heeft na veertien wedstrijden 31 punten te pakken en bezet daarmee de derde plaats op de ranglijst. Atalanta Bergamo staat daar achter met een gaatje van drie punten. Die ploeg won eerder op de dag al van Juventus, dat dit seizoen geen enkele rol in de titelstrijd lijkt te spelen.