Het is Athletic Club de Bilbao zondagavond niet gelukt om van de finale-vloek af te komen. De Baskische club speelde zijn derde finale in een jaar tijd, maar Real Madrid was met 0-2 te sterk. Doelpunten van Luka Modric en Karim Benzema zorgden ervoor dat Real met de Supercopa naar huis ging en zodoende de eerste prijs van het seizoen pakte.

De club die uitsluitend gebruikmaakt van Baskische spelers, bereikte in 2020 de finale van de Copa del Rey, de Spaanse beker. De wedstrijd werd destijds uitgesteld door corona, maar ook in de volgende editie van de beker, haalde Bilbao de eindstrijd. Zo kwam de club in de bizarre situatie dat het in april van vorig jaar twee bekerfinales in twee weken tijd speelde. Eerst verloor het van die andere Baskische club Real Sociedad en vervolgens was Barcelona een maatje te groot.

Door Atlético Madrid te verslaan, had het zich in de Supercopa wederom geplaatst voor een finale. Real Madrid kwam echter voor rust nog op voorsprong, nadat Rodrygo de bal terugtrok en Modric de bal fraai in de bovenhoek veegde. Uiteindelijk bleek de combinatie tussen finales en Bilbao echt dramatisch te zijn, want na rust kreeg het via een ongelukkige handsbal een penalty tegen.

Lees ook: Real Madrid doet Barcelona ondanks goal Luuk de Jong weer pijn

Toen Benzema de bal feilloos binnenschoot, was de wedstrijd eigenlijk al gedaan. Eder Militao pakte net voor tijd nog een rode kaart en gaf een penalty weg, maar die werd gemist door Raul Garcia. Real hoopt dat de zege in de Supercopa een voorproefje is van het kampioenschap, terwijl Athletic de wonden zal moeten likken. Overigens won Bilbao vorig seizoen de Supercopa nog wel.