Vivianne Miedema vindt dat het geen taboe meer moet zijn om als professioneel sporter gebruik te maken van een psycholoog. Dat zegt de topschutster van Arsenal in haar eerste column in het Algemeen Dagblad.

In de krant krijgt Miedema een podium om wekelijks haar licht te laten schijnen over tal van zaken in de voetballerij.  Zelf geeft Miedema aan dat ze al jaren gebruikmaakt van een vaste psycholoog. Maar dat was wel eens anders. 'Mentale hulp? Ik wuifde het in mijn eerste jaren als voetbalprof weg. Ik was een tiener en geloofde er niet in. Hup, gewoon doorgaan. In een zaaltje over je gevoelens praten? Dat hoefde voor mij allemaal niet zo', vertelt ze.

Ze vervolgt: 'En kijk nu. Nu vind ik het belachelijk als een club géén psycholoog in dienst heeft. Toen Ricardo Kishna en Gregory van der Wiel vertelden over hun angstaanvallen kregen ze op social media een hoop commentaar. We leven nu sowieso in een wereld waarin iedereen maar alles mag roepen. Maar mensen weten niet wat er gaande is in het leven van een topsporter. Nul komma nul.'

Achteraf zou Miedema willen dat ze eerder gebruik had gemaakt van mentale hulp. Zeker bij het WK 2015, toen ze net doorbrak. 'Ik werd toen vanuit het niets tot hoop van het land gebombardeerd. Daar kun je heel stoer over doen, maar die druk werd me gewoon te veel. Nog voordat het toernooi begon was ik al bekaf. Ik had net mijn eerste jaar bij Bayern München achter de rug. Ik was op mijn zestiende vertrokken uit Nederland, alleen. Ik had zeker in het begin last van heimwee.' 'Later heb ik daar nog wel uitgebreid met mijn psycholoog over gesproken', aldus de aanvalster.