Juventus heeft zaterdagavond afgerekend met Sampdoria. De Oude Dame won met 2-0, waardoor de ploeg de druk houdt op de andere topclubs. Waar de manschappen van Massimiliano Allegri dramatisch aan het seizoen begonnen, mag er nu serieus gehoopt worden op een titel. Daar is echter wel een wonder voor nodig, aangezien drie ploegen er beter voor staan op de ranglijst.

Maya Yoshida zorgde na 23 minuten voor de openingstreffer door zijn eigen keeper te verschalken. Sampdoria-speler Stefano Sensi was na een half uur spelen dicht bij de gelijkmaker, maar zijn inzet werd op katachtige wijze gered door Wojciech Szczesny. Dat deed bij de thuisploeg extra pijn toen Juventus snel na die gemiste kans de marge verdubbelde. Alvaro Morata zorgde met een strafschop voor de 2-0.

Lang leek dat de eindstand te worden, maar de defensie net Matthijs de Ligt moest toch nog een doelpunt slikken. Abdelhamid Sabiri zag zijn vrije trap aangeraakt worden, waardoor de doelman van Juventus kansloos was. Het zorgde voor paniek bij de Turijnse club. Drie minuten na de aansluitingstreffer was voormalig sc Heerenveen-middenvelder Morten Thorsby namelijk nog dicht bij de gelijkmaker, maar zijn poging ging naast. Daardoor bleef de voorsprong voor Juventus behouden. Sterker nog, de marge werd weer twee in het voordeel van de Oude Dame. Morata kopte in minuut 88 zijn tweede treffer tegen de touwen.

Het gat met koploper AC Milan is vier punten, al heeft die ploeg nog wel een wedstrijd tegoed. Het Internazionale van Stefan de Vrij en Denzel Dumfries staat tweede, met twee punten minder dan de stadgenoot, maar die ploeg heeft nog twee wedstrijden tegoed. Qua verliespunten presteert die club dus het beste. Napoli is de nummer drie in de Serie A met één punt meer dan Juventus. Ook de Napolitanen hebben nog een wedstrijd te spelen.