Feyenoord heeft de komst van doelman Valentin Cojocaru wereldkundig gemaakt. De 26-jarige Roemeen werd gehaald als noodoplossing na het geblesseerd wegvallen van eerste keeper Justin Bijlow. Met Cojocaru, Ofir Marciano en jeugdkeepers Thijs Jansen en Tein Troost is het keepersbestand van de Rotterdammers nu weer compleet.

Nadat bleek dat Bijlow onder het mes moest en zijn laatste wedstrijd van het seizoen daarmee al gespeeld had, moest Feyenoord snel schakelen. Dat bleek niet gemakkelijk, aangezien de deadline voor het inschrijven van transfervrije spelers net was verlopen. Het betekende dat alleen Rusland en Oekraïne, waar door de oorlog een speciale transferwindow is ingelast, nog een optie waren. Zo kwamen de Rotterdammers uit bij Cojocaru, die onder contract stond bij het Oekraïense SK Dnipro-1. 

"Het is natuurlijk ontzettend jammer dat we Justin Bijlow de rest van het seizoen moeten missen", begon technisch directeur Frank Arnesen op de clubwebsite. "We hebben in Ofir een zeer gelouterde vervanger, maar we vinden het belangrijk om nog een extra doelman met ervaring te hebben." Feyenoord heeft Cojocaru tot het einde van het lopende seizoen vastgelegd. De vraag is wel of hij zondag tegen Ajax al op de bank kan zitten; het Algemeen Dagblad stelde eerder op de dag dat het een race tegen de klok zou worden. 

Cojocaru begon zijn loopbaan bij het Roemeense Steaua Boekarest, dat hem in de eerste jaren verhuurde aan Crotone en Frosinone. Na een avontuur in Cyprus bij Apollon Limassol speelde hij in zijn thuisland voor FC Viitorul, FC Voluntari en FCV Farul. Bij laatstgenoemde club keepte hij zijn meeste wedstrijden, voor hij afgelopen zomer naar SK Dnipro-1 verhuisde. Ook in Oekraïne was hij eerste keeper, tot de competitie door de oorlog stil kwam te liggen.