Wim Kieft heeft tijdens de interlandperiode genoten van Steven Bergwijn, terwijl Donyell Malen duidelijk in mindere doen was. Eerstgenoemde aanvaller is bij Tottenham Hotspur vaak wisselspeler, maar liet bij het Nederlands elftal zien wat hij allemaal in zijn mars heeft. Volgens de analist speelt bondscoach Louis van Gaal daar een belangrijke rol in.

'Je ziet wat vertrouwen met een spits doet want zo goed als hij onder Van Gaal speelt zo goed heeft hij nog nooit gespeeld. Hij en Memphis Depay voelen elkaar ook prima aan en wisselen diepgang in hun spel en in de bal komen op de juiste momenten af', schrijft Kieft in zijn column voor De Telegraaf. Bergwijn was goed voor twee doelpunten tegen Denemarken en in het duel met Duitsland zorgde hij als invaller voor de gelijkmaker.

In het duel met de oosterburen mocht Malen in de spits starten naast Memphis, maar dat pakte niet goed uit. Kieft constateerde dat het duo 'een mindere klik' had. 'Weliswaar heeft Malen diepte in zijn spel, hij speelde zonder enig vertrouwen. Je zag hem twijfelen in balbezit, richting het doel ging hij nadenken, verloor het overzicht en koos te veel voor eigen succes. Op het egoïstische af. Malen bewees zichzelf geen dienst.'

Waar Van Gaal met twee spitsen wil spelen, moeten die gevoed worden door de aanvallende middenvelder. Steven Berghuis kreeg twee keer het vertrouwen boven Georginio Wijnaldum. Kieft zag twee gezichten bij de Ajacied. Tegen Denemarken 'excelleerde' hij, in het duel met Duitsland oogde het een stuk minder. Volgens de analist had dat met de snelheid te maken. 'Bij balbezit werd Berghuis minder tijd gegund, moest hij een fractie sneller handelen en dan zag je dat het hem moeite kostte om de juiste oplossing te vinden.'