Internazionale heeft dit weekend opnieuw het voortouw genomen in de titelstrijd met rivaal AC Milan. Daar leek het in eerste instantie niet op, nadat Empoli na een halfuur spelen op een verrassende 0-2 voorsprong stond. Inter moest alle zeilen bijzetten om de nummer veertien van de Serie A uiteindelijk toch met 4-2 te verslaan. 

Wie Lautaro Martínez in de 64e minuut van de wedstrijd zag juichen, zou niet zeggen dat het ging om een doelpunt tegen een laagvlieger uit de competitie. De Argentijn schoot uit een rebound hard binnen, gooide zijn shirt uit en sprintte richting de eigen achterban, terwijl zijn teamgenoten hem om de hals vlogen. Het tekende hoe belangrijk zijn treffer zou kunnen blijken, wanneer Inter zich over twee speelrondes inderdaad kampioen van Italië mag noemen.

Die titel kwam in het eigen San Siro serieus in gevaar, nadat uitgerekend Inter-huurling Andrea Pinamonti Empoli na vijf minuten voetballen op een 0-1 voorsprong zette. Later in de eerste helft viel zelfs ook de 0-2, waarbij Stefan de Vrij niet vrijuit ging. De Oranje-international - net als Denzel Dumfries basisspeler - reageerde niet op een lange bal, waardoor Kristjan Asllani deze mee mocht nemen en langs Samir Handanovic binnen kon schieten.

De comeback van Inter werd nog voor rust ingezet. Daarbij kreeg het in de veertigste minuut wat hulp van verdediger Simone Romagnoli, die een voorzet van Federico Dimarco ongelukkig achter zijn eigen doelman werkte. Ook de gelijkmaker viel nog voor het rustsignaal. Martínez schoot van binnen de zestien hard raak, voor hij in de tweede helft de wedstrijd dus helemaal zou beslissen. Diep in blessuretijd kon Alexis Sanchez ook nog de 4-2 maken, waardoor Inter dus weer voor even één punt los staat van concurrent AC Milan. De andere titelkandidaat gaat zondagavond op bezoek bij Hellas Verona.