Myron Boadu en bondscoach Erwin van de Looi hebben elkaar weer in de armen gesloten na een moeizame periode. De aanvaller van AS Monaco werd onlangs niet opgeroepen voor Jong Oranje, maar is inmiddels weer van de partij.

"De trainer verwachtte meer van mij. Hij zei: 'De jongens kijken naar je op, je hebt al het nodige bereikt. Straal dat uit.' Ik moest een leiderschapsrol vertolken. Hij was er echter niet blij mee hoe ik dat invulde, met de manier waarop ik trainde", vertelt Boadu schuldbewust aan De Telegraaf. "Echt, ik deed het niet expres, maar achteraf gezien zat er wel wat in wat hij zei. Ik heb hem toen wel gezegd: als u mij nodig hebt en selecteert, dan ben ik er."

De trainer en de speler hebben circa twee weken geleden een gesprek gevoerd. Van de Looi kwam naar Frankrijk. "Dat waardeer ik enorm. Hij hoefde niet langs te komen, hè. Er zitten genoeg goede spelers in onze selectie. Hij gaf mij daarmee het gevoel dat ik belangrijk kan zijn voor het team en dat hij dat óók zo ziet. Daarom ben ik blij dat hij mij heeft geselecteerd en dat ik hier nu ben", vertelt Boadu, die meer dan twee jaar geleden zijn debuut maakte bij het grote Oranje.

"Ik moet bij Jong Oranje laten zien dat ik de beste ben. Pas dan kan ik weer aan Oranje denken", aldus de spits, die sinds maart vier keer wist te scoren voor Monaco. Hij lijkt zijn draai gevonden te hebben na moeilijke eerste maanden. Ook dat geeft geen garanties voor een plek bij de ploeg van Louis van Gaal, weet hij. "Er lopen genoeg goede spelers rond bij het Nederlands elftal, waarvan sommigen nu niet eens zijn geselecteerd."