De kans is groot dat Vincent Janssen dinsdagavond minuten gaat maken voor Oranje in het Nations League-duel met Wales. Mocht de aanvaller inderdaad binnen de lijnen komen, is dat voor het eerst sinds 10 oktober 2017. Die avond ging echter om een andere reden de geschiedenisboeken in. 

Het Nederlands elftal plaatste zich in november vorig jaar dankzij een 2-0 overwinning op Noorwegen voor het WK in Qatar. De blijdschap was groot, maar de opluchting nog veel groter. Daarvoor waren verschillende redenen te bedenken. In de eerste plaats zag het er in eerste instantie niet naar uit dat Oranje zich rechtstreeks zou plaatsen voor het eindtoernooi. De start van de kwalificatiereeks, toen nog onder leiding van Frank de Boer, was immers niet om over naar huis te schrijven. Daarnaast was het op dat moment nog niet zo lang geleden dat Oranje roemloos werd uitgeschakeld door Tsjechië in de achtste finales van het EK. 

Maar de belangrijkste reden waarom de plaatsing voor het WK zo uitgebreid werd gevierd, was het feit dat Oranje de voorgaande twee eindtoernooien nog aan zich voorbij moest laten gaan. De Oranjeleeuwen waren er niet bij tijdens het EK in 2016 en veroverden ook geen ticket voor het WK van 2018 in Rusland. Dat laatste kwam hard aan bij Oranje. In een kwalificatiepoule met Frankrijk, Zweden, Bulgarije, Wit-Rusland en Luxemburg was het Nederlands elftal weliswaar niet de torenhoge favoriet, maar minimaal de tweede plaats moest te doen zijn. Dat was de algemene stemming althans. Niets bleek minder waar. 

Onmogelijke taak

Oranje begon de kwalificatiereeks met een gelijkspel in Zweden en ging een maand later onderuit tegen de Fransen, waardoor het meteen al achter de feiten aanliep. De ommekeer leek te komen na de 5-0 overwinning op Luxemburg, maar op 31 augustus 2017 werd Oranje vernederd door Frankrijk: 4-0. Nederland won vervolgens nog wel van Bulgarije en Wit-Rusland, maar tweemaal een 3-1 overwinning was niet voldoende om de tweede plek in eigen hand te hebben. Integendeel zelfs. Voor de laatste groepswedstrijd, thuis tegen Zweden, stond Nederland voor de onmogelijke taak om met minstens zeven doelpunten verschil te winnen. 

Het bleef uiteindelijk bij 2-0. Beide doelpunten werden gemaakt door... Arjen Robben. De voormalig aanvaller scoorde wel vaker tweemaal in één wedstrijd, maar ditmaal was het extra bijzonder omdat het zijn laatste interland betrof. Hoewel hij dus twee keer scoorde en Nederland hoogstpersoonlijk naar de overwinning leidde, ging de interlandloopbaan van Robben toch een beetje als een nachtkaars uit. De 2-0 zege was bij lange na niet genoeg voor de tweede plek, die recht zou geven op deelname aan de play-offs. Dat Robben afscheid zou nemen, was bekend. Maar op dat moment dacht niemand ook maar één tel dat het ook Janssen zijn laatste interland zou zijn. 

Voorlopig dan, want daar komt dinsdagavond mogelijk verandering in. De verwachting is zelfs dat Janssen tegen Wales meteen aan de aftrap staat. Het zou zijn eerste basisplaats voor Oranje betekenen sinds die avond in 2017. Toen deed Janssen een helft mee. Janssen kwam vooralsnog zeventien keer uit voor zijn land. Hij scoorde zeven keer, op het laatst op 9 juni 2017 tegen Luxemburg. 

Lees ook: Janssen vormt in Oranje-basis vermoedelijk opmerkelijk koppel