Alle ogen op het Kasteel waren zondag gericht op Angelos Charisteas, maar er was maar één Feyenoord-spits die ook daadwerkelijk scoorde: Ali Boussaboun. De Marokkaan leek op een zijspoor terecht te zijn gekomen in Rotterdam-Zuid, maar bewees zondag dat hij nog wel degelijk van waarde kan zijn voor dit Feyenoord. Met een prima invalbeurt, die hij opfleurde door de 1-4 binnen te schieten, gaf hij zijn visitekaartje af aan trainer Erwin Koeman.

Boussaboun stond vorig seizoen nog regelmatig in de basisformatie van Feyenoord, maar verdween de laatste maanden langzaam maar zeker uit het elftal. Zelfs na het vertrek van Kuyt en Kalou leek hij over het hoofd te worden gezien door de technische staf, maar tegen Sparta stond hij er plotseling weer. Niet Van Hooijdonk, maar Boussaboun kwam na ruim een uur in het veld voor de mager spelende Stein Huysegems.

Boussaboun rekent zich na zijn invalbeurt in de stadsderby in ieder geval zeker nog niet rijk. "Of ik nu in de hiërarchie opgeklommen ben tot boven Van Hooijdonk? Dat weet ik niet, dat moet je aan de trainer vragen. Ik zie wel hoe het de komende weken gaat, ik ben in ieder geval blij dat ik weer een kans krijg. Het belangrijkste is nu om de afgelopen periode achter me te laten en nu voort te borduren op deze wedstrijd."

De spits heeft er de afgelopen weken in ieder geval voor gezorgd dat hij topfit gebleven is. "Ik heb elke week meegedaan met Jong Feyenoord, op eigen verzoek. Ik wilde wedstrijdritme op blijven doen, wedstrijden zijn immers toch heel anders dan trainingen. Tijdens trainingen kan je zo hard lopen als je wilt, maar het is toch niet te vergelijken met een echte wedstrijd. Ik wilde via Jong Feyenoord scherp blijven. Of ik daarvan tegen Sparta de vruchten heb geplukt? Misschien wel, ja", zegt hij tevreden.