Italië heeft vrijdagavond de vriendschappelijke wedstrijd tegen België gewonnen. De eerste tegenstander van het Nederlands elftal op het EK zegevierde in Florence met 3-1.

Bij rust leidden de Italianen met 2-0 door treffers van Antonio di Natale. Eerst rondde hij een voorzet van Andrea Pirlo bekwaam af, later profiteerde hij van een blunder van de Belgische verdediger Vincent Kompany. Vlak na de hervatting besliste Mauro Camoranesi de wedstrijd, op aangeven van Juventus-ploegmaat Alessandro del Piero.

Oud-Ajacied Wesley Sonck, na een uur ingevallen voor AZ-aanvaller Moussa Dembélé, deed pas ver in blessuretijd iets terug. In het Belgisch jargon heet dat 'een pleister op het houten been'. De Rode Duivels waren voor het zelfvertrouwen van de Italianen de ideale sparringpartner, want ze waren geen partij.

De wereldkampioen domineerde in Artemio Francho-stadion van begin tot einde en was zowel technisch als taktisch aanmerkelijk beter. In de eerste helft kreeg alleen Marouane Fellaini een kansje namens de Belgen. Bondscoach René Vandereycken zag hem wild in het zijnet knallen.

De geplaagde keuzeheer liet verscheidene 'Nederlanders' beginnen; behalve Dembélé ook Jan Vertonghen (Ajax), Sebastien Pocognoli (AZ) en Timmy Simons (PSV). Gilles Swerts (Vitesse) deed de tweede helft mee, Stein Huysegems (FC Twente) alleen de slotfase.

Voor aanvang van de wedstrijd werd een minuut stilte in acht genomen ter nagedachtenis van de in het verkeer verongelukte Belgische international François Sterchele, spits van Club Brugge met Italiaanse roots. Beide teams speelden met rouwbanden.