Robin van Persie was de afgelopen weken met afstand de meest besproken international. De aanvaller trainde lang apart van de groep en vrijwel dagelijks kwam er nieuwe informatie over zijn herstelperiode. Tegen Italië maakte hij als invaller zijn langverwachte rentree en inmiddels is hij klaar voor meer. "Tegen Frankrijk kan ik, als de coach me opstelt, misschien wel zestig tot zeventig minuten voetballen."

Het begon nog wel zo optimistisch. "Ik ben wat inhoud aan het kweken, maar sluit binnen enkele dagen aan bij de groep", sprak de goed geluimde Van Persie op 20 mei, toen hij zich voor het eerst op het trainingsveld in Katwijk meldde. Maar dat was iets te enthousiast, zo bleek. Want het duurde niet 'enkele dagen', maar twee weken voordat Van Persie aan kon pikken bij de groepstraining. "Tsja", vertelt Van Persie. "De medische staf heeft me rustig gehouden. Zelf wilde ik bijvoorbeeld in het oefenduel tegen Wales al wel spelen, maar de medische staf vond dat geen goed idee. Dat baseerden ze op statistieken, op cijfertjes. Zo bleek dat ik qua hartritme en dat soort dingen nog van mijn normale niveau af zat. Dat vond ik wel jammer, want ik voelde me er klaar voor. Maar goed, zulke dingen heb je te respecteren."

Na de invalbeurt tegen Italië kan Van Persie tegen Frankrijk iets langer in actie komen. Hoe lang precies, weet hij ook niet. "Ik kan misschien wel zestig minuten spelen, misschien zeventig. Als er een klein wonder gebeurt, misschien negentig. En als de bondscoach me laat invallen, houd ik dat sowieso vol. Ik wil in ieder geval heel graag. Zeker in zo'n elftal, als dat we nu hebben. Zoals we tegen Italië spelen, was geweldig. Ik wist zelf ook niet dat we zo goed konden voetballen. Althans, niet dat het er tegen Italië al op zo'n manier uit zou komen. Maar het is geweldig, dat die eerste wedstrijd zo verlopen is. Iedereen in Nederland lijkt nu alweer vergeten te zijn, hoe men een poosje geleden over Oranje dacht. Grappig is dat, eigenlijk."

Door: Roland Mather