De Oranje Leeuwinnen zijn woensdag fantastisch uit de startblokken geschoten op de Algarve Cup in Portugal. De ploeg van bondscoach Sarina Wiegman was in de eerste groepswedstrijd veel te sterk voor Japan, dat mede door een uitstekende eerste helft op een tennisuitslag werd getrakteerd: 2-6.

De monsterscore doet vermoeden dat Japan een tegenstander is van een totaal ander kaliber, maar dat is niet het geval. De Aziatische ploeg won in 2011 het WK en schopte het in 2015 wederom tot de finale. Japan heeft zodoende een aardige naam opgebouwd in het vrouwenvoetbal, maar daar was woensdag weinig van terug te zien. De Oranje Leeuwinnen waren vanaf het eerste fluitsignaal de bovenliggende partij.

Dat betaalde zich uit in de eerste minuten van de wedstrijd, want al na acht minuten stond er een 0-2 stand op het bord. Lieke Martens schoof na vier minuten de 0-1 binnen op aangeven van Lineth Beerensteyn, vier minuten later draaide het duo de rollen om en drukte Beerensteyn af. Een harde knal van Siri Worm betekende na een halfuur de 0-3. Het was haar eerste doelpunt in het shirt van Oranje. Ook Shanice van de Sanden, na een blunder van de keeper, en Stefanie van der Gragt (kopbal) waren in de eerste helft nog trefzeker. Namens Japan deed Nakajima tussendoor nog wel wat terug.

In de tweede helft haalde Oranje de voet van het gaspedaal, al werd er door Martens nog wel een keer gescoord. Tien minuten voor tijd bepaalde Iwabuchi de eindstand namens Japan op 2-6. Oranje kreeg in de slotfase nog kansen om de score hoger op te voeren, maar dat lukte niet.

De Oranje Leeuwinnen kunnen zich nu gaan opmaken voor duels met Denemarken en IJsland, de andere ploegen uit de poule.