ArenA-directeur over bezoekers in stadion: "Kunnen alles meten"

De kans is groot dat er vanavond (woensdag) bekend wordt gemaakt dat er vanaf september weer supporters naar de voetbalstadions mogen. In Amsterdam wordt er bij de Johan Cruijff ArenA al nagedacht over een scenario waarbij 15.000 supporters van Ajax de duels kunnen bijwonen. Die fans houden afstand van elkaar en hanteren ook de hygiëneregels. Directeur Henk Markerink ziet kansen.

Het stadion is geschikt voor een dergelijk plan, zegt hij. "Doordat we weten wie hier over de vloer komt, kunnen we alles meten", vertelt de directeur aan De Telegraaf. "Vroeger had je pokkenbriefjes, waarop stond: 'Ik heb geen pokken'. Die gaven aan wanneer je niet besmet was." Om het plan van de grond te krijgen, zal er veel techniek uit de kast worden getrokken. "Meten is weten. Door te testen, weet je dat niemand in het stadion besmet is. Dat is onze core business: zorgen voor veiligheid. Denk aan fouilleren, aan controles op kaartjes. Daar komt dit dan bij."

De eerste evenementen in de Johan Cruijff ArenA, die eventueel in augustus plaatsvinden, kunnen nuttige informatie opleveren. "Stel dat je eerst 1,5 meter afstand moet houden. Zeker bij voetbalwedstrijden zitten dezelfde mensen op dezelfde stoeltjes, dus door dat een paar weken te doen, kan je monitoren wat het effect is. Juist door alles te meten, kan je zien of het goed gaat. Dan kan je naar een 1 meter 20 afstand. En zo verder."

Het is geen must dat er weer fans naar de stadions gaan, maar het zou voor de mensen wel een enorme opsteker zijn. Dat weet Markerink ook. "Het gaat mij vooral om de maatschappij. Ik snap heel goed dat tot nu toe de gezondheid voorop heeft gestaan, en de overheid heeft dat goed aangepakt. Maar er zijn ook 16,5 miljoen gezonde mensen. Een concert of een voetbalwedstrijd: het is meer dan een genotsmiddel. Het is een plek om samen te komen."