"Qatar kan kwalitatief één van de beste WK's ooit worden"

Het WK van 2022 in Qatar kan kwalitatief één van de beste WK's ooit worden. Dat voorspelde Valentijn Driessen in zijn column in De Telegraaf. Nederland ziet hij voor dat toernooi als outsider, al vond hij dat de precieze sterkte van de ploeg van Louis van Gaal nog niet in te schatten is.

De slechte wedstrijd van Oranje tegen Letland (0-1), die veel werd vergeleken met de wedstrijden in de Nations League die op het programma stonden, is volgens Driessen geen graadmeter. 'Een extremere vorm van scorebordjournalistiek is nauwelijks denkbaar. De genoemde potjes zijn totaal onvergelijkbaar. Hoe vaak spelers ook hoog opgeven van hun geweldige intrinsieke motivatie; het is heel anders voetballen in een treurarena in Riga dan om een landenprijs in een volle Italiaanse voetbalkathedraal.'

Driessen benoemde dat Nederland zelf ook een topniveau kan aantikken in dergelijke wedstrijden en wees onder meer op de vorige editie van de Nations League. Daar bereikte Oranje de finale na overwinningen op Frankrijk, Duitsland en Engeland. 'Aan toplanden kan dit Oranje zich prima optrekken en het bezit de kwaliteiten om op een goede dag van ieder land te kunnen winnen. Zeker met een dosis geluk. Dus magere vertoningen tegen een subtopper als Noorwegen of voetbaldreumes Letland deze nazomer zeggen niets over het kruisen van de degens met Europese toplanden of opponenten als Brazilië en Argentinië.'

Driessen benadrukte dat Oranje in Qatar geen favoriet zal zijn, maar stelde dat het wel een rol als gevaarlijke outsider op kan eisen. Hij voorspelde daarbij een toernooi van hoog niveau. 'De twee halve finales en finale van de Nations League hebben aangetoond dat het WK in Qatar kwalitatief waarschijnlijk één van de beste WK's ooit kan worden. De omstandigheden zijn ideaal qua velden en temperaturen in de omstreden stadions. Vanwege klimaatbeheersing kan de temperatuur tot op 1 graad worden bepaald.'

'Nog belangrijker: het toernooi start half november', ging Driessen verder. 'De spelers hebben tegen die tijd zo'n tien tot twaalf weken competitie achter de rug en zijn fris van geest en ledematen. Weliswaar is er slechts een ruime week voorbereidingstijd; de internationals gaan in feite in een ruk door in een periode waarin normaliter het maximale wordt gevraagd in de nationale- en internationale (club)competities. In feite zijn de spelers in die periode fysiek en mentaal op hun best.'