Onderzoek bewijst: besmette spelers presteren langdurig minder

Terwijl de coronacijfers in Nederland weer langzaam de verkeerde kant op gaan, is er nog altijd niet bekend wat concreet de gevolgen zijn van de ziekte. Een onderzoek uit Duitsland heeft aangetoond dat een besmetting op de lange termijn een negatief effect heeft op de prestaties van topvoetballers. De kans is namelijk aanzienlijk groter dat zij na een coronabesmetting niet meer het oude niveau halen.

Wetenschappers van de Universiteit van Düsseldorf deden onderzoek naar de effecten van een besmetting op de prestaties van voetballers op de lange termijn. Uit de resultaten blijkt dat spelers na een coronabesmetting minder minuten maken. Als een besmette speler hersteld is, is de kans 5,7% minder dat hij net zoveel speelt als voorheen.

In de eerste 150 dagen missen zij namelijk bijna tien procent van de mogelijke speelminuten, terwijl dat pas na 225 dagen weer op het normale niveau zit. De wetenschappers hielden het aantal passes bij van de spelers en de spelers die terugkeerden van een coronabesmetting, gaven 5,1% minder passes. Bij spelers die ouder zijn dan dertig jaar, was het effect zelfs groter.

Lees ook: Weghorst keert terug in selectie na positieve test

De data is verzameld bij spelers van de Serie A en de Bundesliga. De cijfers werden bijgehouden van het begin van de pandemie tot aan juli van dit jaar. In die periode waren er 257 spelers besmet met het virus. Zelf geeft wetenschapper Heinrich Heine aan wat het belang is van zijn onderzoek: "Onze resultaten kunnen als extra argument dienen voor het vaccineren van jonge en sportieve mensen."