Ajax weet weer wat winnen is. Na vier wedstrijden op rij zonder overwinning wonnen de Amsterdammers in eigen stadion de klassieker tegen aartsrivaal Feyenoord met 2-0. Thomas Vermaelen en Urby Emanuelson maakten de doelpunten voor Ajax, dat ook nog vier keer de paal of laat raakte.

De klassieker in de ArenA ging zondag tussen twee teams in crisis. Feyenoord maakt het slechtste seizoen uit de clubhistorie door, terwijl Ajax uit de laatste vier wedstrijden slechts één punt pakte. Een duel tussen twee titelkandidaten was het dus al lang niet, eerder een duel waarin beide teams het geschonden blazoen wat op konden poetsen. Want wat er ook gebeurt in een seizoen, een overwinning op de aartsrivaal maakt voor de fans van Ajax en Feyenoord altijd veel goed.

Ajax had de eerste helft waarschijnlijk even nodig om weer wat vertrouwen op te doen, na de slechte resultaten van de laatste weken. Na de pauze bleek dat één schepje er bovenop voor de thuisclub voldoende was om de tegenstander kapot te spelen. In de eerste minuut na rust was Luis Suarez, na een goede actie van invaller Leonardo, al dicht bij de 1-0. De Uruguayaan kreeg zijn voet net niet achter de bal, maar even later was het via Thomas Vermaelen wél raak. De Belg frommelde een vrije trap van Kennedy Bakircioglu, die verrassend in de basis mocht beginnen, van dichtbij binnen.

Alsof drie keer de lat of paal raken niet voldoende was, schoot Luis Suarez in de slotfase nog een keer op het houtwerk. Op dat moment speelde Feyenoord net met tien man, na een rode kaart voor Dwight Tiendalli. De verdediger kreeg zijn tweede gele kaart voor een overtreding op Leonardo, die als invaller voor Miralem Sulejmani een uitstekende indruk maakte. Ook Leonardo wist zijn goede spel echter niet te bekronen met een doelpunt, waardoor het tot de laatste minuut spannend bleef. In blessuretijd bepaalde Urby Emanuelson, op aangeven van Suarez, de eindstand echter op 2-0.