Real Madrid heeft zich voor het eerst sinds het seizoen 2003/04 weer weten te plaatsen voor de kwartfinale van de Champions League. Waar de Koninklijke in de vorige editie van het kampioenenbal nog uitgeschakeld werd door Olympique Lyon, werd de ploeg van trainer Claude Puel woensdagavond in Bernabeu met 3-0 opzij gezet. 

Na de 1-1 in Frankrijk bleek dat ruimschoots voldoende voor Real om een plaats bij de laatste acht te bemachtigen. Nadat Marcelo de ploeg van trainer José Mourinho vlak voor rust op het goede spoor had gezet, bezorgden Karim Benzema en Angel Di Maria na de pauze de 65.000 toeschouwers een extra fraaie avond.

De Koninklijke dankte het voortdurende overwicht aan een surplus aan individuele klasse. Niet alleen van Ronaldo, ook van Benzema, tegen zijn oude club, de Duitser Mesut Özil en de veelvuldig opkomende verdediger Marcelo. Deze Braziliaan zorgde voor de ruststand van 1-0 na een soepel een-tweetje met Ronaldo. Hugo Lloris, de uitblinker van Lyon, had geen gepast antwoord.

Mannetjesputter Bafetimbi Gomis kwam in de plaats van Jimmy Briand om Lisandro Lopez voorin echte steun te geven. César Delgado noch Yoann Gourcuff of spelbepaler Kim Källström was daarin geslaagd. De ingreep had amper effect. Lyon wilde wel maar kwam veel tekort om aan een verrassing te mogen denken.