Niemand moet er vreemd van opkijken als Kevin Strootman vrijdag in de basis staat tegen Moldavië. De pas 21-jarige middenvelder, die een jaar geleden nog in de Jupiler League speelde, heeft zich razendsnel opgewerkt tot vaste waarde bij PSV én in de Oranje-selectie. “Niet te veel over nadenken”, zegt Strootman tegen FCUpdate.nl over zijn stormachtige ontwikkeling, “vooral van genieten.”

Precies een jaar geleden zag de wereld er nog heel anders uit voor Strootman. Hij dobberde met Sparta in de middenmoot van de Jupiler League en had teamgenoten Nick Viergever, Erik Falkenburg, Edouard Duplan en Rydell Poepon in de zomer allemaal zien vertrekken naar een club uit de Eredivisie. Zij wel, hij niet. Voor hem zat er niets anders op dan zich te richten op de volgende wedstrijd, Zwolle-uit.

Inmiddels bestaat de voetbalwereld van Kevin Strootman niet meer uit wedstrijdjes tegen Go Ahead Eagles, FC Zwolle of Almere City FC. Hij ging in januari naar FC Utrecht, werd de volgende maand bij het Nederlands elftal gehaald, maakte een half jaar later de overstap naar PSV, is daar inmiddels reserve-aanvoerder en speelde al zes wedstrijden voor het Nederlands elftal, waarvan vier als basisspeler.

{image[277369][right-half][]}Door alles wat er het afgelopen jaar gebeurd is, voelt het voor Strootman als een eeuwigheid geleden dat hij bij Sparta speelde. “Zeker ook omdat ik veel naar het afgelopen jaar gevraagd word”, zegt hij. “Zelf ben ik er niet zo veel mee bezig. Ik ben vooral aan het genieten. Ik zit bij Oranje en bij een topclub in Nederland: dat heb ik altijd gewild. Hier doe je het als voetballer voor.”

Dat het zo snel zou gaan, had Strootman vanzelfsprekend niet durven dromen. “Als je me dit een jaar geleden verteld had, had ik je absoluut voor gek verklaard. Ik had wel het idee dat ik het niveau van de Eredivisie aan kon, maar als je in de Jupiler League blijft terwijl een aantal teamgenoten wél opgepikt worden door teams uit de Eredivisie, ga je natuurlijk ook wel eens aan jezelf twijfelen", geeft de Zuid-Hollander toe.

Twijfelen doet Strootman nu al lang niet meer. Bij Oranje pikte hij schijnbaar moeiteloos aan bij het hoge niveau en bij PSV heeft hij zich binnen enkele maanden ontwikkeld tot de motor van de ploeg. Niet voor niets benoemde trainer Fred Rutten de pas 21-jarige international onlangs tot reserve-aanvoerder. Strootman lijkt een zekerheidje voor het Europees kampioenschap, al wil hij daar niet op vooruitlopen.

{image[277368][left-half][]}“Bij Oranje zitten zestien à zeventien spelers die al jaren bij de selectie zitten en zeker zijn van hun plek. Daar achter zijn de verschillen klein. Ik reken mezelf niet tot die zestien of zeventien spelers, nee. Het gaat goed en ik heb prima gespeeld de laatste interlands, maar ik reken nergens op. Ik ga ook niet boos worden als ik niet speel of zo. Het EK zou fantastisch zijn, maar is ook nog ver weg. Er kan dit seizoen nog van alles gebeuren, dat zie je nu ook bijvoorbeeld aan Ibrahim Afellay.”

Gebeuren er geen gekke dingen, dan zit Strootman volgend jaar bij de selectie voor het EK. Hij kijkt er naar uit. “In 2010 zat ik, met mijn oranje shirt aan, nog in de kantine van mijn voetbalvereniging in Ridderkerk te kijken naar die finale tegen Spanje. Wat me daar het meest van bij staat? Dat Robben die bal er in had moeten schieten. Langs de zijlijn weet je het altijd beter, hè”, lacht hij.

Door: Roland Mather

Twitter: @rolandmather