Bayern München heeft woensdagavond met een pijnlijke nederlaag de kwartfinales bereikt van de Champions League. De toekomstige Duitse kampioen verloor in de return op eigen veld met 0-2 van Arsenal. Dat was net voldoende voor de ploeg trainer Jupp Heynckes om naar de laatste acht te gaan. Arjen Robben was zeer actief bij de thuisclub, maar vooral ongelukkig in de afronding.

Het onmogelijke mogelijk maken, dat moest Arsenal op last van Wenger doen in de Allianz Arena in München. Vorig seizoen leken de Gunners in de achtste finales na de eerste wedstrijd tegen AC Milan (4-0 in Italië) ook al volstrekt kansloos. Met 3-0 in de return op eigen veld kwam de toenmalige ploeg van Robin van Persie destijds ook nog dicht bij de kwartfinales.

Bayern groeide langzaam in de wedstrijd. Met name van Robben, hersteld van een kuitblessure, ging de nodige dreiging uit. De solistische aanvaller maakte voor de rust echter een paar verkeerde keuzes in de eindfase. Schoten van Luiz Gustavo en Toni Kroos leverden evenmin een doelpunt op.

Onder aanvoering van de gretige Robben ging Bayern München na de pauze fanatiek op jacht naar de gelijkmaker. De Nederlandse international, Kroos en Thomas Müller waren dicht bij 1-1. Aan de andere kant loerde met name Walcott op de counter. Ook invaller Gervinho was nog gevaarlijk namens Arsenal, dat via Laurent Koscielny in de slotfase de hartslag bij Heynckes nog sterk omhoog joeg (0-2). Uiteindelijk ontsnapte het lankmoedige Bayern aan een blamage.