Louis van Gaal en Manchester United hebben de kater van de Champions League-uitschakeling niet kunnen wegspoelen. The Red Devils gingen zaterdag in de uitwedstrijd tegen promovendus AFC Bournemouth met 2-1 onderuit, waardoor ze nu al drie Premier League-duels wachten op een overwinning.

Manchester United, dat afgelopen dinsdag met 3-2 verloor bij VfL Wolfsburg en daardoor werd veroordeeld tot afdaling naar de Europa League, speelde in de afgelopen twee speelrondes al gelijk tegen het verrassende Leicester City (1-1) en reuzendoder West Ham United (0-0). De manschappen van Van Gaal hadden zich bij winst in en op Bournemouth naast Leicester City en Manchester City aan kop van de Premier League genesteld.

Nu moeten Van Gaal en de zijnen vrezen dat de achterstand op de koppositie oploopt tot zes punten. Leicester City komt maandag namelijk nog in actie, het speelt dan in eigen huis tegen de kwakkelende titelverdediger Chelsea. Manchester City kwam eerder op de dag al in actie, de voormalig Premier League-kampioen ontdeed zich in het eigen Etihad Stadium op de valreep van Swansea City (2-1).

Manchester United was gewaarschuwd voor de kracht van Bournemouth, aangezien die ploeg vorige week al had gewonnen bij Chelsea (0-1). Desondanks kwam de topclub al in de tweede minuut op achterstand. Op pechvolle wijze, weliswaar. Junior Stanislas mocht aan de linkerkant een corner nemen en zag dat de bal in één keer het doel indraaide (1-0). Marouane Fellaini frommelde in de 24ste minuut de gelijkmaker binnen, maar daar had Manchester United achteraf niets aan.

Een treffer van Joshua King negen minuten na de pauze deed Manchester United de das om. De 23-jarige Noorse aanvaller reageerde het meest attent na een lage corner van Matt Ritchie. Daley Blind en Memphis Depay hadden een basisplaats gekregen van Van Gaal en maakten de negentig minuten vol.