Real Madrid heeft zaterdagavond een unieke zege geboekt. De Koninklijke won bij Deportivo La Coruna (1-3), iets wat ze al zeventien (!) jaar niet meer had gedaan. In Riazor was Karim Benzema met twee treffers het goudhaantje bij Real.

Dat Real vastbesloten was een einde te maken aan de negatieve serie bij de club uit de kuststad, bleek uit de aanvallende intenties die de ploeg toonde. Van meet af aan viel de topformatie aan, met veel kansen tot gevolg. De openingstreffer van Estaban Granero na dertien minuten kwam dan ook niet als een verrassing.

Na de 1-0 van Granero, voor wie het zijn eerste goal in Madrileense dienst is, bleef Real druk uitoefenen op het doel van Deportivo. Op slag van de theepauze bezweek de thuisclub aan die druk. Karim Benzema verdubbelde de score. De Franse spits schoot raak na een formidabele hakbal van Guti.

In de tweede helft had Real opnieuw het betere van het spel, maar het was Deportivo dat in de slotfase opeens weer mocht hopen op een remise. Sergio Ramos vloerde in het penaltygebied Ivan Sanchez Riki, die vervolgens zelf de strafschop benutte. Dit had een slotoffensief van Depor tot gevolg. De goal viel echter aan de andere kant, opnieuw via Benzema, deze keer na goed terugleggen van Alvaro Arbeloa. Royston Drenthe kwam na de rust als invaller in de ploeg bij Real.

Omdat FC Barcelona eerder op de avond eveneens drie punten pakte, uit bij Sporting de Gijón won de titelverdediger met 1-0, blijft het gat tussen Barça en Real vijf punten.