PSV heeft zondag zijn gram gehaald en zich herpakt van de fikse bekernederlaag van afgelopen donderdag. Drie dagen eerder was FC Utrecht nog heer en meester in het Eindhovense Philips Stadion, zondag toonde PSV zich de betere in de Utrechtse Galgenwaard. Ondanks een sterke tweede helft van thuisploeg, wist het de treffers uit de eerste helft van  Santiago Arias en Marco van Ginkel niet ongedaan te maken: 0-2.

PSV kreeg afgelopen donderdag in de kwartfinale van de KNVB Beker voetballes van FC Utrecht. De 1-3 nederlaag was terecht, gaf PSV-coach Phillip Cocu na afloop toe. Hij feliciteerde Utrecht en roemde daarbij het geduld en de discipline dat de Domstedelingen tentoonstelden. Drie dagen later greep de oefenmeester keihard in: vijf wijzigingen in het basiselftal ten opzichte van donderdag. De komst van Gastón Pereiro, Florian Josefzoon, Nicolas Isimat-Mirin, Santiago Arias en Jeroen Zoet ging ten koste van Jurgen Locadia, Luciano Narsingh, Jetro Willems, Joshua Brenet en Remko Pasveer.

Evenals donderdag was er zondag in het eerste deel van de eerste helft weinig spektakel. Utrecht hield de linies dicht op elkaar en bewaarde de rust in het elftal. PSV bleek daarentegen wederom niet in staat om tot de vijandelijke zestien door te dringen. Maar deze patstelling werd ditmaal al na vijftien minuten verbroken door een treffer van Santiago Arias. De rechtsback van PSV bekroonde een doorkopbal van Luuk de Jong door de bal langs Robbin Ruiter te schuiven (0-1). De Eindhovenaren begonnen zich na de goal in aanvallend opzicht nadrukkelijker te manifesteren.

Dat uitte zich zes minuten later bij een aanval waar aanvoerder De Jong wederom een aandeel in had. De voorzet kwam van de voeten van Arias, De Jong kopte door en de bal kwam via Pereiro voor de voeten van Van Ginkel. De middenvelder aarzelde niet, schoot het leder langs Ruiter en maakte daarmee zijn eerste doelpunt in Eindhovense dienst (0-2). Het beeld van de wedstrijd stak schril af vergeleken met donderdag. PSV oogde zondagmiddag scherper dan de tegenstander, was feller in de duels en was tactisch oppermachtig. Utrecht wist zich gewoonweg geen raad met de vele een constante positiewisselingen bij PSV.

Vlak voor rust leek Utrecht rijp voor de slacht, het was slechts wachten op een derde tegentreffer. Toch hadden de Domstedelingen in de eerste fase van de tweede helft het meeste balbezit. Het slaagde er vooralsnog niet in om een noemenswaardige kans te creëren, maar dat veranderde gauw. Het eerste gevaar kwam namens Boymans, die het leder uit een corner op de lat kopte. Geen treffer, maar het publiek vatte dit op als een teken en ging massaal achter haar ploeg staan. Het spel van de thuisploeg verbeterde, Haller werd tot tweemaal toe gevaarlijk en Van der Maarel schoot ternauwernood over.

Keer op keer stuitte FC Utrecht in de tweede helft op de muur die PSV sinds het verlies van Jeffrey Bruma (enkelblessure) had opgebouwd. Wat de thuisploeg ook probeerde – er kwamen nog kansen via Haller en Boymans –, PSV bleef relatief gemakkelijk overeind. In aanvallend opzicht presteerden de Einhovenaren bar weinig, maar verdedigend gezien stonden ze hun mannetje. De bus voor het doel was zo gezegd prima geparkeerd. De overwinning op Utrecht betekent voor PSV de zesde Eredivisie-overwinning op rij; de ploeg blijft daardoor koploper, met een punt voorsprong op Ajax.