Efficiëntie, degelijkheid en winnen. Daarvoor stond PSV vorig seizoen, waarin het op overtuigende wijze kampioen van Nederland werd. In de eerste officiële wedstrijd van de nieuwe jaargang liet de ploeg zien dat het, ondanks het vertrek van Memphis Depay en Georginio Wijnaldum, nog altijd over dezelfde eigenschappen beschikt. Hoewel bekerwinnaar FC Groningen bij vlagen de betere ploeg was, won PSV de wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal met 3-0.

Een wedstrijd om heel lang over na te praten werd het duel om de Johan Cruijff Schaal niet. Dat kwam vooral door het decor, een sfeerloze en halflege Amsterdam ArenA. De tweede ring was bijna geheel leeg, op een deel boven de korte zijde bij de FC Groningen-fans na, en ook daaronder waren veel lege plekken te zien. Een voetbalfeest werd de wedstrijd geen moment.

Amsterdam ArenA

De veroorzaker van deze achterstand, vanuit Gronings perspectief, was Luuk de Jong. De spits klopte tegenstander Eric Botteghin- die hoopt op een transfer naar Feyenoord- in de lucht bij een voorzet van Santiago Arias en kopte de 1-0 in de verre hoek.

Deze treffer was voor PSV voldoende om met een voorsprong de rust in te gaan, al had dat ook heel anders kunnen zijn. FC Groningen kreeg na de treffer van De Jong namelijk drie goede kansen en Bryan Linssen had móeten scoren, maar de van Heracles Almelo overgekomen aanvaller had pech in de afronding. Eerst schoot hij vanuit kansrijke positie recht op PSV-keeper Jeroen Zoet, daarna raakte hij met een prachtig schot de paal.

Dat bleek de eindstand, al kreeg PSV in de slotfase nog een enorme kans op de 4-0. De ingevallen Andrés Guardado, tijdens de Gold Cup zeer trefzeker vanaf elf meter, miste echter een penalty.