Het is voorlopig niet het seizoen van Markus Rosenberg. De Zweed is onder trainer Henk ten Cate gezakt in de pikorde en moet meestal genoegen nemen met een plaats op de bank. Als hij dan eens een kans krijgt, zoals woensdag in het bekerduel met Jong RKC, wordt hij bovendien als een soort joker door het elftal gegooid. Voetballend heeft Rosenberg dan ook nog weinig kunnen laten zien, weet hij zelf ook. "Maar in ieder duel dat ik de laatste tijd speelde, heb ik wel gescoord", zegt hij tegen FCUpdate.nl.

Vorig seizoen was Rosenberg nog een vaste waarde bij Ajax, maar dit seizoen komt hij amper aan spelen toe. In de punt van de aanval is Klaas Jan Huntelaar de onbetwiste nummer één, terwijl op links Ryan Babel en Kenneth Perez de voorkeur krijgen boven de Zweed. Het gevolg: in de competitie kwam Rosenberg nog geen minuut in actie en via de nationale en internationale bekertoernooien moet hij proberen om zijn plaats in het elftal terug te veroveren.

Markus Rosenberg

"In de punt van de aanval ging het zo slecht nog niet", blikt Rosenberg terug op zijn optreden tegen Jong RKC. "In de eerste helft kregen we kans op kans, we hadden makkelijk vijf keer kunnen scoren. Je hebt daarvoor een beetje geluk nodig en dat ontbrak. Na rust speelde ik als linksbuiten, dat was heel lastig. Ik moest aan de buitenkant blijven om het spel breed te houden, maar werd amper aangespeeld. Dat is het nadeel van een positie aan de buitenkant, je bent altijd afhankelijk van het feit of je veel bij het spel betrokken wordt. Nu gebeurde dat niet, waardoor ik amper iets kon doen."

"Ik wil er alles aan doen om terug in het team te komen", gaat de Zweed verder. "Natuurlijk is het dan jammer dat ik me moet bewijzen in een wedstrijd zoals tegen Jong RKC, waarin de hele ploeg moeizaam draait, maar ik moet er het beste van maken. Of ik tevreden was over mijn eigen spel? Nee, helemaal niet. Ik kan veel beter. Het enige positieve is dat ik weer gescoord heb, net zoals tegen IK Start. Ik kan dus wel zeggen dat ik, als ik speel, mijn doelpuntje meepik", zegt hij lachend.