Marco van Basten heeft zijn puzzel van elf stukjes nog niet opgelost. De coach moet over elf dagen tegen Italië een ingespeeld en goed functionerend elftal hebben, maar donderdag tegen Denemarken was daar nog geen sprake van. Heel slecht was het niet, maar overtuigend was het spel van Nederland allerminst. Uiteindelijk werd het in Eindhoven 1-1, door goals van Van Nistelrooy en Poulsen.

Met spanning werd uitgekeken naar de opstelling die Marco van Basten tevoorschijn zou toveren, voor de oefenwedstrijd tegen Denemarken. Want nu op Robin van Persie na iedereen fit en inzetbaar is, geven de keuzes die de coach maakt een redelijk beeld van de stand van zaken voor het EK. Van Basten wilde tegen Denemarken namelijk 'vooral de beste elf' opstellen, zo liet hij voorafgaand aan de wedstrijd weten.

Voorin had Van Basten tegen de Denen de beschikking over Wesley Sneijder, Arjen Robben en Ruud van Nistelrooy. Zijn vormden, met Rafael van der Vaart, het aanvallende kwartet van Oranje. Voorwaar geen slecht kwartet, maar het kan nog beter. Robin van Persie zit immers nog altijd in de lappenmand en omdat hij in principe zeker is van een basisplaats, zal Robben, Van der Vaart of Sneijder voor het EK uit de opstelling verdwijnen. Tegen de Denen moesten deze drie spelers zich dus laten zien, om hun plek in het elftal te behouden. Zeker omdat ook Dirk Kuyt, Ryan Babel en Ibrahim Afellay nog azen op één van de drie plekjes achter de spits.

Deze treffer Van Nistelrooy was het enige doelpunt van de eerste helft, maar het had ook gemakkelijk 2-2 of 3-1 kunnen staan. Zo had Van der Vaart minimaal één keer móeten scoren, terwijl twee schoten van Robben net voorlangs gingen. Aan de andere kant van het veld bewezen de Deense aanvallers dat de Oranje-defensie nog lang niet zo betrouwbaar is als de bank van Zwitserland. Met name Bendtner en Perez had kunnen scoren, maar Oranje ontsnapte.

Niet lang na dit doelpunt bracht Van Basten, die in de rust al Nigel de Jong rechts achterin gezet had in plaats van Andre Ooijer, nog drie verse krachten het veld in. Dirk Kuyt, Jan Vennegoor of Hesselink en Tim de Cler kwamen er in voor respectievelijk Van der Vaart, Van Nistelrooy en Engelaar. Hierdoor schoof Van Bronckhorst door naar het middenveld, naar de positie van de enigszins onzichtbaar spelende Engelaar. Even later kwam ook Babel in de ploeg voor Robben.

Met Babel en Kuyt op de flanken, had Oranje een compleet ander gezicht. Sneijder, Robben en Van der Vaart zijn prachtige voetballers, maar allemaal spelers die de bal het liefst met binnenkant voet in de kruising draaien. Babel en Kuyt daarentegen zijn ongecompliceerder, zijn moeten het meer hebben van respectievelijk pure snelheid en werklust. Dat zijn allebei eigenschappen die een ploeg prima kan gebruiken.

Voorin moet Van Basten dus een keuze maken tussen zeven spelers, die strijden om drie posities. Bovendien moeten er ook op het middenveld (Van Bronckhorst of Engelaar) en achterin (Bouma of Mathijsen, De Cler of Van Bronckhorst, Ooijer of De Jong) knopen doorgehakt worden. Wat dat betreft gaf de wedstrijd tegen de Denen genoeg stof tot nadenken voor de komende dagen.