Oranje rekent af met stugge Slowaken

Voor het eerst sinds 1998 staat Nederland weer in de kwartfinale van een WK. Door goals van Arjen Robben en Wesley Sneijder won Oranje in Durban met 2-1 van Slowakije, dat pas in de laatste seconde van de blessuretijd scoorde. In de kwartfinale speelt Nederland komende vrijdag in Port Elizabeth tegen Brazilië.

Robben bewees hiermee het gelijk van bondscoach Bert van Marwijk, die de aanvaller tegen de verwachtingen in opgenomen had in zijn basisploeg. Na zijn korte invalbeurt tegen Kameroen leek een basisplek nog te vroeg te komen, maar Van Marwijk dacht daar anders over. “Als hij in de basis start, kan ik hem er uit halen als hij op is. Als ik hem pas na rust inbreng, en er komen verlengingen, is dat lastiger”, legde de bondscoach zijn keuze uit. Door de inbreng van Robben begon Dirk Kuyt op links, de licht geblesseerde Rafael van der Vaart begon op de bank.

Die speelwijze bracht ook risico's met zich mee, want Nederland liet Slowakije het spel maken. Tot echte kansen leidde dat aanvankelijk echter niet. Oranje hield de boel goed dicht en was via Robben en Mathijsen vlak na rust twee keer dicht bij de 2-0. Het schot van Robben ging via de vingertoppen van de Slowaakse doelman Jan Mucha net naast, de intikker van Mathijsen, na een goede actie van Robben, stuiterde via het hoofd van diezelfde Mucha terug het veld in.

Een schrikmomentje voor Oranje, dat tot de poging van Stoch amper in de problemen was geweest. Sterker nog, het schot van de voormalig FC Twente-speler was het eerste schot tussen de palen van de Slowaken in de hele wedstrijd.