John van den Brom glom zondag van trots na het bereiken van de finale in de play-offs om Europees voetbal met Vitesse. "Ik ben heel trots op de spelers, zij hebben de handschoen goed opgepakt na donderdag", zei de coach na de 2-0-overwinning in de return.

Hoewel NEC in het Gelredome lang met slechts negen man voetbalde, was Vitesse op zijn best toen de Nijmegenaren nog compleet op het veld stonden. "Toen hebben we ons beste spel laten zien. Je weet dat het na een rode kaart toch moeilijk wordt. Met elf tegen tien hebben we niets gecreëerd. Met elf tegen negen hebben we het helemaal niet goed gedaan. We maakten de kansen niet af en gingen uit de organisatie lopen. Dat heeft met het enthousiasme van dit elftal te maken", aldus Van den Brom.

Een mooi gebaar, zo omschreef de coach van de Arnhemmers de kolderieke situatie die zondag ontstond rond de strafschop die Vitesse in de slotfase kreeg. Alexander Büttner had de bal al op elf meter gelegd, maar werd weggestuurd door aanvoerder Guram Kashia. Jonathan Reis moest 'm nemen, zo was de boodschap die de Georgiër doorgaf vanaf de bank. De Braziliaan verprutste dat 'cadeautje' echter door de bal tegen de paal te schieten.

"Jonathan is lang geblesseerd geweest, we gunden hem zijn eerste goal", zei Büttner na afloop zonder al te veel overtuiging. "Jammer dat 'ie misging. Normaal neem ik de strafschoppen altijd, maar toen hoorde ik dat Jonathan deze moest nemen. Als ik het iemand gun, is het Jonathan wel."

Van den Brom vond het idee op zich lovenswaardig. "Dit geeft wel aan dat we een fantastisch team hebben dat elkaar wat gunt. De jongens weten waar Jonathan vandaan komt."