José Mourinho heeft de criticasters dinsdagavond voorlopig de mond gesnoerd. De Portugese oefenmeester, in de Engelse media al maandenlang hevig onder vuur, behaalde dinsdag met Chelsea de halve finale van de Champions League. De Londense ploeg rekende in Spanje af met Valencia: 1-2. De eerste ontmoeting op Stamford Bridge was afgesloten op 1-1.

Het gevaar in de matige beginfase kwam vooral uit stilstaande situaties. Chelsea dwong een handvol hoekschoppen af, maar doelman Santiago Cañizares werd niet serieus getest. Slechts bij een kopbal van Michael Ballack moest de Spaanse international handelend optreden. In de combinatie toonde de Engelse kampioen zich onzorgvuldig, wat veel balverlies tot gevolg had.

De Spanjaarden weigerden vervolgens om het duel via een rommelige situatie vroegtijdig in het slot te gooien. Ook Chelsea zag voor de pauze een streep worden gezet door een grote scoringskans. Een fraaie kopbal van Didier Drogba werd uitstekend uit de kruising getikt door Cañizares. De 37-jarige geboren Madrileen, tot dat moment vooral opvallend vanwege zijn slechte spelhervattingen, onderstreepte daarmee zijn klasse als lijnkeeper.

Valencia stortte na de Londense goal volledig in en had veel gele kaarten nodig om verdere schade te voorkomen. Slechts Miguel Angulo, die Morientes verving, slaagde nog een keer uit te halen richting het doel van Cech. Toch duurde het tot de blessuretijd voordat Chelsea de overwinning naar zich toe trok. Essien verraste Cañizares met een uithaal in de korte hoek: 1-2.