Servië is de tegenstander van Jong Oranje in de finale van het jeugd-EK. De ploeg van coach Miroslav Djukic rekende woensdag in Arnhem af met Jong België: 2-0. En hoewel vrijwel alle Servische spelers hierbij lieten zien heel aardig te kunnen voetballen, zal het spel van de ploeg Oranje geen angst inboezemen. Met hakballetjes en trucjes win je immers geen toernooi en op het samenspel van de Serviërs viel nogal wat aan te merken.

Servië werd in Gelredome al vroeg in de wedstrijd in het zadel geholpen door België. Tot afgrijzen van de duizenden Belgische fans, die dit toernooi nog niet eerder gesignaleerd waren, miste middenvelder Fellaini al in de eerste minuut een enorme kans om de score te openen. Voor vrijwel open doel mikte de speler van Racing Genk echter over. Toen even later doelman Bailly niet reageerde bij een vrije trap van Kolarov, die richting de verre hoek stuiterde, was het zelfs prompt 0-1 voor de Serviërs, die tot op dat moment nog helemaal niets hadden laten zien.

Omdat Jong België echter een zeer matige wedstrijd speelde, konden de Serviërs zich dit permitteren. De Belgen dwongen amper kansen af en misten de creativiteit van aanvoerder Martens node. Want hoewel hij tot dusver geen sterk toernooi speelde, is hij toch altijd in staat om met één pass de opening te forceren. Bondscoach De Sart liet de licht geblesseerde AZ'er echter op de bank, zelfs toen de situatie in de tweede helft alleen maar problematischer werd.

Servië kwam hierdoor nauwelijks meer in de problemen en voetbalde het duel rustig uit. In de slotfase zorgde Dragan Mrdja, uitgerekend de enige speler bij Servië die in België voetbalt, zelfs nog voor de 2-0. En dus staan de mannen van coach Djukic in de finale, maar zeker is wel dat Jong Oranje allesbehalve bij voorbaat kansloos is. Want Servië wekte in Gelredome nu niet bepaald de indruk dat het een team is, een hechte eenheid. En dat is Jong Oranje nu net juist wel.