Niet PSV, maar FC Twente gaat het restant van de competitie in als titelkandidaat nummer één. De ploeg uit Enschede deed zondag een geslaagde greep naar de macht door PSV voor eigen publiek op een ongekend pak slaag te trakteren: 2-6. Vlak na rust, bij een 0-4 stand, benadeelde verdediger Douglas zijn ploeg enorm door tegen een domme rode kaart aan te lopen, maar met elf tegen tien wist PSV de wedstrijd niet meer te keren. De tien Tukkers scoorden zelfs nog twee keer.

“Dit”, liet Dries Mertens zich na afloop van de thuiswedstrijd tegen Feyenoord, een week geleden, in een vlaag van euforie ontvallen, “was onze kampioenswedstrijd.” De Belg was er van overtuigd dat de moeizame 3-2, de eerste zege van PSV in een topduel sinds jaren, het begin zou vormen van een glorieuze weg naar het Stadhuisplein, waar PSV traditiegetrouw zijn titels viert. De volgende halte op weg naar die titel was de thuiswedstrijd tegen een andere titelkandidaat, FC Twente.

Met een van richting veranderd schot zorgde Peter Wisgerhof voor de 0-3, de vierde Twentse goal kwam van Luuk de Jong. Hij kon ongehinderd binnenkoppen na een goede actie van Ola John, die Stanislav Manolev eenvoudig voor aap liet staan.

PSV kwam via Toivonen nog wel terug tot 2-5, maar Willem Janssen bepaalde de eindstand op 2-6 voor de nieuwe frontsoldaat van de Eredivisie. AZ is weliswaar nog koploper, maar qua verliespunten staan de Tukkers, die een wedstrijd minder speelden, er beter voor. En in de wetenschap dat FC Twente vrijwel al zijn zware uitwedstrijden al gehad heeft, ziet het leven er ineens prachtig uit in Enschede. Een stuk mooier dan in Eindhoven, in ieder geval. Een week na de gewonnen 'kampioenswedstrijd' is PSV ineens de nummer drie van de Eredivisie.