Driekoningen wordt in Italië serieus gevierd: terwijl Befana, de vrouwelijke Italiaanse collega van Sinterklaas, de kinderen blij maakt met cadeautjes, is deze dag traditioneel ook de eerste speelronde van het nieuwe jaar in de Serie A. Deze keer stond er met de Derby d'Italia een heel fraai sluitstuk op het programma en dat was niet alleen op papier, maar ook op het veld. Juventus en Internazionale hielden elkaar in Turijn in een onderhoudende pot op 1-1.

Voor eigen publiek ging Juventus furieus van start. Al binnen twee minuten had Fernando Llorente een serieuze mogelijkheid om de score te openen. De Spanjaard zag zijn inzet echter voorlangs gaan. Drie minuten later was het alsnog raak. Carlos Tevez opende van dicht bij de score, maar het was vooral de actie van Arturo Vidal die aan de treffer vooraf ging, die het vermelden waard is. De Chileen zette zijn tegenstander met één voetbeweging op het verkeerde been en had daardoor alle tijd om een goede voorzet te geven aan Tevez.

Voor de rust bleef Juventus de betere ploeg, maar dat kwam niet duidelijker tot uiting in de score. In de tweede helft kon de regerend kampioen van Italië evenmin doordrukken. Inter mocht daardoor blijven hopen en kwam ook steeds beter in de wedstrijd te zitten. Dat kwam mede door het inbrengen van de van Arsenal overgenomen Lukas Podolski. In de 64ste minuut kwamen de bezoekers uit Milaan langszij door toedoen van Mauro Icardi. Daarna zochten beide teams waar mogelijk de aanval, maar het bleef 1-1. Inter eindigde de altijd beladen clash met tien man; Mateo Kovacic kreeg in de slotfase een directe rode kaart voor een tackle op Stephan Lichtsteiner.

Door het gelijkspel slinkt de voorsprong van koploper Juventus op AS Roma tot één punt. De Romeinse achtervolger won eerder op de dag met 0-1 bij Udinese, al was die zege niet onomstreden. Het was lastig te zien of het beslissende doelpunt wel over de lijn was. Inter blijft ondanks de verdienstelijke remise elfde in het Serie A-klassement.