Internazionale heeft woensdagavond met pijn en moeite de volgende ronde van de Coppa Italia bereikt. De koploper van de Serie A had een late treffer en verlenging nodig om zich met 3-2 te ontdoen van Empoli. Op Spaanse bodem kwam er een einde aan het bekertoernooi van Atlético Madrid.

Er leek weinig aan de hand voor Inter, dat in Milaan aantrad met Denzel Dumfries. Stefan de Vrij bleef 120 minuten op de bank en zag dat ploeggenoot Alexis Sánchez daar al na vijf minuten af moest komen. Hij verving de geblesseerde Joaquín Correa en was acht minuten na zijn entree goed voor de openingstreffer. Inter leek een gemakkelijk avond tegemoet te gaan, maar niets bleek minder waar.

Empoli, de huidige nummer elf van de Serie A, gaf zich namelijk niet zomaar gewonnen. In het laatste half uur sloegen de bezoekers verrassend toe. Nedim Bajrami verzorgde de gelijkmaker en een eigen doelpunt van doelman Ionut Radu leek het lot van Inter te bezegelen. In blessuretijd was Andrea Ranocchia echter verantwoordelijk voor de gelijkmaker. Daarna trok Inter in de verlenging via Stefano Sensi alsnog aan het langste eind.

Real Sociedad - Atlético Madrid 2-0

Terwijl rivaal Real Madrid een straatlengte voor staat in de competitie, is er woensdagavond ook een einde gekomen aan de bekerdroom van Atlético. De Madrilenen gingen in Baskenland met 2-0 onderuit op bezoek bij Real Sociedad. Adnan Januzaj opende na ruim een half uur de score en kort na de rust werd de wedstrijd al op slot gegooid door de gastheer. Alexander Sørloth (ex-FC Groningen) maakte er 2-0 van.