GVVV treft PSV na zes jaar weer, maar de amateurs zijn met deze loting een stuk minder gelukkig

Het Veenendaalse GVVV gaat vanavond op bezoek bij PSV in de tweede ronde van de KNVB Beker. Het is sportief een prachtige uitdaging, maar het liefst had GVVV, net als in 2019, een thuiswedstrijd gespeeld tegen PSV. “Het scheelt ons duizenden euro’s”, zegt penningmeester Loek Budding in De Gelderlander.

GVVV-trainer Gery Vink berekende direct na de loting dat zijn club waarschijnlijk zo’n 75.000 euro aan inkomsten misloopt, omdat de kaartopbrengsten pas vanaf de derde ronde worden verdeeld tussen de thuis- en uitspelende club. Budding baalt ervan. “Afgezien van het feit dat het sportief gezien natuurlijk een ontzettend mooie uitdaging is, schoot wel meteen door mijn gedachten: ‘Jammer dat het geen thuisduel is’. Dit scheelt ons duizenden euro’s.”

In 2019 speelde GVVV thuis tegen PSV. Pas na verlenging wonnen de Eindhovenaren met 1-2. Het was zowel sportief als financieel een fraaie dag voor de amateurclub uit de Tweede Divisie. “We hadden toen vijfduizend betalende bezoekers, de winst uit de kantineomzet en natuurlijk de standaardvergoeding van de KNVB. Daar stonden natuurlijk wel kostenposten tegenover, zoals beveiliging, scheidsrechters en andere zaken. Die kosten hebben we nu niet. Maar ik ben ook allang blij dat we zover gekomen zijn.”

Wel kan GVVV ongeacht het resultaat 37.000 bijschrijven na het duel met PSV, plus een vergoeding omdat de wedstrijd live wordt uitgezonden op ESPN. De vorige rondes tegen RBC Roosendaal en De Graafschap leverden in totaal al 19.000 euro op. Eigenlijk lootte GVVV tegen De Graafschap een uitwedstrijd, maar in de eerste ronde geldt thuisvoordeel voor amateurclubs tegen profs.  

GVVV denkt met circa 1500 fans af te reizen naar Eindhoven. In 2012 gingen er nóg meer mensen richting AZ voor de kwartfinale die met 2-1 werd verloren: destijds reisden zo’n 2500 fans mee uit Veenendaal. “De wedstrijd tegen PSV begint pas om 21.00 uur en is live op televisie te volgen. Dat houdt veel mensen toch thuis voor de buis, denk ik.”