FC Twente heeft een kans laten liggen om zijn koppositie in de Eredivisie extra glans te geven. In de eigen Grolsch Veste stond de ploeg uit Enschede lang met 1-0 voor tegen regerend landskampioen Ajax, maar Kolbeinn Sigthórsson hielp de bezoekers in de slotfase langszij. De spits uit IJsland profiteerde van een fout achterin bij FC Twente en zorgde er zo voor dat de magere topper onbeslist eindigde: 1-1.

Wat twee transfers en een paar blessures kunnen doen. Amper twee maanden nadat Ajax nog zijn wedstrijden speelde in de vertrouwde formatie waarin het vorig seizoen kampioen werd, staat er aan Amsterdamse kant plotseling een compleet nieuw elftal. Dat komt deels door het vertrek van sterkhouders Christian Eriksen (Tottenham) en Toby Alderweireld (Atletico Madrid) en blessures van onder meer Bojan Krkic en Niklas Moisander, maar ook door tactische keuzes van trainer Frank de Boer.

In Enschede koos De Boer er voor om ervaren krachten Christian Poulsen en Lasse Schöne te passeren, terwijl Daley Blind zijn positie links achterin moest verlaten. Hij stond op 'zes', als verdedigende middenvelder. Links achterin kwam daardoor een plek vrij voor Nicolai Boilesen. Centraal achterin koos De Boer voor Joël Veltman naast Stefano Denswil, rechts in de voorhoede kreeg Lucas Andersen een kans.

In niets leek Ajax meer op het elftal van eind vorig en begin dit seizoen. Kolbeinn Sigthórsson, Victor Fischer, Siem de Jong en Ricardo van Rhijn waren de enige spelers uit het team van vorig jaar die op de voor hun vertrouwde positie speelden.

Na de pauze draaide het wat beter bij Ajax. Siem de Jong kreeg twee enorme kansen, maar miste de scherpte om één van deze mogelijkheden te benutten. Daar stond tegenover dat FC Twente via de counter een aantal keer dicht bij de 2-0 was. Omdat ook de ploeg uit Enschede echter allesbehalve dodelijk was, bleef het 1-0.