Ajax mag blijven hopen op de dertigste landstitel uit de clubgeschiedenis. De ploeg van coach Martin Jol moest zondag winnen van PSV om in de titelrace te blijven en volbracht die opdracht glansrijk: 4-1. Door dat resultaat is Ajax de ploeg uit Eindhoven tot op één punt genaderd. Koploper FC Twente, dat volgende week uit tegen PSV speelt, staat zes punten voor op Ajax. 

Zou het dan toch nog gaan lukken voor Ajax? In januari werd de ploeg nog kansloos gewaand voor de titel, nadat het punten liet liggen bij NAC Breda en Feyenoord. PSV en FC Twente leken uit het zicht verdwenen, maar coach Martin Jol hield hoop. Hij kende het resterende programma van zijn ploeg uit het hoofd en wist dat er nog mogelijkheden lagen om terrein goed te maken op de rivalen.

Door de goede resultaten van de laatste weken begon Ajax met een mentale voorsprong aan de wedstrijd tegen PSV, maar opvallend genoeg schoten de bezoekers het beste uit de startblokken. Al na vier minuten brak Otman Bakkal door. Toby Alderweireld moest aan de handrem trekken om de PSV’er te stuiten, wat hem op een gele kaart kwam te staan. Via Ola Toivonen en Nordin Amrabat kreeg PSV vervolgens nog twee kansen op de 0-1, maar een doelpunt bleef uit.

PSV kwam de dreun van deze twee tegengoals, terwijl het eigenlijk de betere ploeg was, niet meer te boven. Na rust lukte weinig meer aan Eindhovense kant en via Marko Pantelic liep de thuisploeg zelfs uit naar 3-0. De Serviër schoot onberispelijk binnen, na slordig balverlies van Nordin Amrabat. Via invaller Gabri kwam de bal bij Pantelic terecht, die alleen voor Isaksson koelbloedig bleef. Uit een strafschop maakte Dzsudzsak in de slotfase nog 3-1, maar dat deerde Ajax amper. Sterker nog, Luis Suarez tekende voor het slotakkoord door in de slotminuut 4-1 te maken.

Eén ding is zeker: Ajax ruikt bloed. Met PSV binnen handbereik en mogelijk na volgende week ook Twente in het zicht, wacht de Eredivisie een spannende climax.