PSV doet weer helemaal mee. Na een krankzinnig duel vol fouten, strijd en mooie doelpunten stapte de ploeg als winnaar het veld af tegen Ajax (4-3). Balazs Dzsudzsak was met twee fraaie goals en een puntgave assist de grote uitblinker bij PSV, bij Ajax eiste Luis Suarez een hoofdrol voor zich op.

Na de gelijke spelen tegen VVV Venlo (thuis, 3-3) en FC Twente (uit, 1-1), kon PSV zich tegen Ajax geen nieuwe zeperd permitteren. Zeker omdat de Europese optredens tegen FC Cherno More Varna ook allesbehalve overtuigend waren. De Bulgaren werden verslagen, maar vraag niet hoe. PSV worstelt het hele seizoen al met zichzelf.

PSV was hierna de weg even helemaal kwijt. Suarez kreeg zelfs een grote kans op de 0-2, maar gelukkig voor de thuisploeg bleef verdere schade uit. En naarmate de eerste helft vorderde, vocht de thuisploeg zich beter in de wedstrijd. Soms letterlijk, getuige de vele overtredingen en gele kaarten, maar ook qua spel. De gelijkmaker van Balazs Dzsudzsak, na ruim een half uur, was dan ook zeker niet onverdiend. De Hongaar knalde een vrije trap op prachtige wijze binnen.

PSV ging aangeslagen de rust in, maar na de pauze kwam de ploeg ijzersterk terug. Na een fraaie actie van Dzsudzsak, waarbij Rob Wielaert en Gregory van der Wiel elkaar op klungelige wijze in de weg liepen, maakte Bakkal de gelijkmaker. En even later kwam PSV zelfs voor het eerst op voorsprong, toen uitblinker Dzsudzsak opnieuw een vrije trap op fenomenale wijze achter Stekelenburg krulde.

Met nog een half uur voor de boeg kon het dubbeltje vervolgens beide kanten op vallen. Namens Ajax kopte Alderweireld tegen de lat en was ook Demy de Zeeuw dicht bij een vierde goal, maar de beslissende treffer viel uiteindelijk aan de andere kant. Op aangeven van Stanislav Manolev kon Otman Bakkal van dichtbij intikken. Hij zorgde hiermee voor het slotakkoord in de krankzinnige wedstrijd, die op basis van de hele wedstrijd eigenlijk geen winnaar had verdiend.