De eis van Louis van Gaal was helder: de coach wilde dat Bayern München deze week zes punten zou halen in de competitieduels tegen 1899 Hoffenheim en FSV Mainz. Deel één van die missie werd dinsdag met succes afgerond. Met veel geluk werd Hoffenheim met 1-2 op de knieën gekregen. Tegenvaller voor Bayern was echter dat Franck Ribéry in de tweede helft uitviel met een enkelblessure.

Ribéry liep zijn blessure op in aanloop naar de gelijkmaker van Bayern. De Fransman soleerde door de defensie van Hoffenheim, schoot, en klapte bij het neerkomen door zijn rechterenkel. Zijn schot werd half gekeerd door Hoffenheim-keeper Haas, in de rebound zorgde Thomas Müller voor de 1-1. Hoe ernstig de blessure van Ribéry is moet nog blijken, maar direct was te zien dat het gewricht van de Fransman flink dik werd. Bovendien sprak zijn van pijn getrokken gezicht boekdelen.

De treffer van Müller viel na 62 minuten. Zo'n 61 minuten en dertig seconden eerder was Bayern op achterstand gekomen. Na een enorme fout van linksback Diego Contento kon Vehad Ibisevic namelijk al na luttele seconden de 1-0 binnentikken. 

Gezien het spel leek 1-1 een rechtvaardige uitslag, maar in blessuretijd sloeg Bayern alsnog toe. Daniel van Buyten scoorde, nadat Ivica Olic vanuit buitenspelpositie een voorzet van invaller Altintop voor de goal kopte. Van Gaal kreeg zo wat hij wilde, namelijk de drie punten. Komend weekend wacht opdracht nummer twee, als koploper Mainz op bezoek komt. De verrassende lijstaanvoerder won dinsdag met 2-0 van 1.FC Köln en heeft momenteel zeven punten voorsprong op Bayern.

Werder Bremen, dat ook een gooi naar de titel hoopte te doen, raakte verder achterop. Van Hannover 96 werd met maar liefst 4-1 verloren. Bremen, één van de Champions League-tegenstanders van FC Twente, heeft na vijf duels slechts vier punten.