Real Madrid zag in de afgelopen weken de voorsprong op FC Barcelona in de Primera Division van tien tot vier punten teruglopen. Dinsdag verkleinde Barça het gat zelfs tot één punt met een 4-0 thuiszege op Getafe. En met voor Real de moeilijke uitwedstrijd tegen Atletico Madrid op het programma zou dat verschil wel eens zo kunnen blijven, voorspelden velen. Het liep echter anders: 1-4.

Bij rust leidde Real al met 0-1. Cristiano Ronaldo vuurde na 25 minuten een vrije trap binnen. Kort daarvoor claimde de Portugese vedette terecht, maar tevergeefs een penalty bij de scheidsrechter.

Real had het betere van het spel in het duel, dat zich kenmerkte met enkele harde overtredingen. Toch zorgde Radamel Falcao tien minuten na de rust met een harde kopbal voor de gelijkmaker.

In de laatste 22 minuten liep Real echter uit naar een overtuigende driepunter. Met een afstandsschot zorgde Ronaldo voor de 1-2. Een kwartier later benutte hij een penalty, gegeven voor een duw van Diego Godin op Gonzalo Higuain. In de 88ste minuut bereidde de stervoetballer ook nog de 1-4 van Jose Maria Callejon voor.

Ronaldo staat nu op veertig doelpunten, een evenaring van zijn record van vorig seizoen. Lionel Messi hijgt de Portugees in de nek met 39 goals.