Ajax heeft met een cruciale competitiezege de kater weggespoeld van de teleurstellende eliminatie in het nationale bekertoernooi. De landskampioen sloot zaterdagavond het bezoek aan het dolende FC Twente op een 0-2 overwinning af. Ajax blijft zodoende de belangrijkste concurrent van de huidige lijstaanvoerder PSV. Bij FC Twente is het laatste restje hoop op een machtsgreep vervlogen.

Afgelopen woensdag leed Ajax in de halve finale van de KNVB Beker een gevoelige nederlaag tegen AZ (0-3). Naast de pijn van de uitschakeling ontstond er bovendien kritiek op trainer Frank de Boer, die niet voor de sterkste opstelling had gekozen. Zonder vaste krachten als Christian Eriksen, Siem de Jong en Viktor Fischer zette Ajax in klasse echter een te grote stap achterwaarts. De harde les had het missen van de bekerfinale tot gevolg.

FC Twente probeerde zich tegen Ajax weliswaar terug te knokken in het duel, maar het spel was te slordig om serieus druk uit te oefenen. Tot hoorbare ergernis van het thuispubliek werd de bal vaak onnodig ingeleverd. Ook Dusan Tadic, toch de meest virtuoze Twentse speler op het veld, deelde in de malaise. Tien minuten voor rust verdubbelde Toby Alderweireld, evenals Moisander een verdediger, de marge. De Belg kopte raak uit een vrije trap van Eriksen.

Ondanks enkele dreigende momenten verscheen een Twents doelpunt uiteindelijk niet op de borden. Leroy Fer kreeg een van de beste mogelijkheden, maar zijn kopbal belandde in de handen van keeper Kenneth Vermeer. Ajax, dat in Enschede opereerde met Siem de Jong als middenvelder en Lasse Schöne in de voorhoede, verzuimde na de pauze eveneens te scoren. In tegenstelling tot woensdag kon de ploeg zich dat deze keer veroorloven.