Oranje is er volgend jaar zomer bij als in Brazilië gestreden wordt om de wereldtitel. Daar hoeft niemand in Nederland zich nog zorgen over te maken. Dankzij een strakke 4-0 overwinning op Roemenië staat de ploeg van coach Louis van Gaal, met nog vier kwalificatieduels te spelen, met meer dan anderhalf been in Rio de Janeiro.

Mathematisch kan het nog wel fout gaan voor Oranje op weg naar het WK, maar in praktijk eigenlijk niet. Met nog vier wedstrijden te gaan heeft Nederland zeven punten voorsprong op Hongarije en acht op Roemenië. Met nog onder meer potjes tegen Estland en Andorra te gaan, gaat Oranje heus nog wel de puntjes binnenhalen die nodig zijn om kwalificatie voor de mondiale titelstrijd definitief veilig te stellen. De koffers kunnen, een maand of vijftien voor de start van het WK, klaargezet worden.

Hoe ver Oranje kan komen in Brazilië, is afwachten. Het spel van de ploeg is op dit moment misschien nog niet van een dusdanig niveau dat je Nederland tot favoriet zou bombarderen, maar de groeimarge is enorm. De complete defensie (Blind, Martins Indi, De Vrij en Janmaat) bestaat uit jonge talenten en ook op het middenveld en in de aanval lopen spelers die de komende jaren eigenlijk alleen maar beter zullen worden.

Robin van Persie deed de rest voor Oranje. De spits van Manchester United, de onbetwiste vedette van het huidige elftal, tilde de stand in de eerste twintig minuten na rust naar 3-0. Eerst werkte hij op wonderlijke wijze met zijn hoofd een voorzet van Arjen Robben binnen, niet veel later schoot hij raak vanaf elf meter. Deze penalty was toegekend na een overtreding op Lens, die op rechts een prima partij speelde. De aanvaller van PSV bekroonde zijn goede spel door in de slotfase van dichtbij, in de rebound na een knap schot van de ingevallen Adam Maher, voor 4-0 te zorgen.