Het Nederlandse voetbal heeft er even op moeten wachten, maar de eerste zege van dit seizoen in de Europese hoofdtoernooien is binnen. PSV maakte op eigen veld een einde aan de magere reeks van de Nederlandse ploegen in de internationale competities. Napoli, in de Italiaanse Serie A na zes competitiewedstrijden nog ongeslagen, werd op overtuigende wijze met 3-0 aan de kant gezet.

Sceptici zullen misschien zeggen dat PSV de zege vooral te danken had aan het feit dat Napoli een soort B-ploeg opstelde in het Philips Stadion, maar daarmee doe je de Eindhovenaren tekort. PSV voetbalde goed en liet de reserves van Napoli, die door hun status in de selectie misschien wel extra gebrand waren op een goed resultaat, volledig kansloos. De thuisploeg combineerde makkelijk, creëerde kansen, gaf achterin weinig weg en maakte doelpunten. En als je dat doet, win je wedstrijden. Zo simpel is het.

PSV zorgde er hiermee niet alleen voor dat het na het verlies tegen Dnjepr (2-0) weer volop meedoet in de groep, het hielp het Nederlandse voetbal ook aan een broodnodig succesje. Want tot dusver was het niet veel soeps, wat de teams uit de Eredivisie lieten zien buiten de landsgrenzen. Feyenoord, Vitesse, AZ en SC Heerenveen sneuvelden al in de voorronden en sinds de hoofdtoernooien van de Champions League en Europa League van start gegaan zijn, wisten Ajax, FC Twente en PSV nog niet te winnen. Dankzij PSV is die hatelijke nul verdwenen. Nederland doet weer een beetje mee.