Internazionale heeft zaterdag met enig fortuin drie punten gepakt tegen Hellas Verona. De ploeg van coach Walter Mazzarri won met 4-2, maar alle goals kwamen met gerommel tot stand. Desondanks was de winst wel verdiend, aangezien de bezoekers uit Verona pas in de slotfase gingen voetballen.

In het overgrote deel van de wedstrijd trok Hellas Verona zich terug op eigen helft. Dat is opmerkelijk, aangezien de promovendus met zestien punten uit acht duels uitstekend is begonnen bij zijn rentree in de Serie A. Sterker nog, de landskampioen van 1985 stond zelfs één punt boven Internazionale.

Met goed voetbal wist Hellas Verona in de afgelopen weken te winnen van Livorno, Bologna en Parma, toch koos trainer Andrea Mandorlini voor een verdedigend concept in Milaan. Dat sorteerde niet het gewenste effect.

Want binnen twaalf minuten stond Internazionale al met 2-0 voor. Met een fraaie volley uit een hoekschop opende Jonathan in de negende minuut de score, waarbij Vangelis Moras de bal nog van richting veranderde. Twee minuten later verdubbelde Rodrigo Palacio de marge. Eveneens bij een corner tikte de Argentijnse aanvaller, zonder het zelf te beseffen, een inzet van een ploeggenoot in het doel.

De goal van Esteban Cambiasso had een luchtje van buitenspel. Yuto Nagatomo schoot in eerste instantie op de paal, maar Palacio bracht de bal opnieuw voor het doel en zag zijn landgenoot al dan niet in buitenspelpositie scoren. Dat was de 3-1. Kort daarvoor had Raphael Martinho Hellas Verona terug in het duel gebracht.

Tien minuten na rust frommelde Rolando bij een hoekschop de 4-1 binnen, waarmee het definitief gespeeld was. Toch ging Hellas Verona er weer in geloven omdat Romulo twintig minuten voor het einde 4-2 maakte. De bezoekers uit Verona kropen meer uit hun schulp, maar ze konden de schade niet meer herstellen.

Inter neemt door de zege de vierde plek in de Serie A over van Hellas Verona.