Real Betis heeft zaterdagavond voor de derde keer in de clubhistorie de Copa del Rey gewonnen. De ploeg van trainer Manuel Pellegrini versloeg in de finale Valencia. Na 120 minuten prijkte een 1-1 stand op het scorebord, waardoor strafschoppen uitkomst moesten bieden. Yunus Musah groeide in de penaltyserie uit tot schlemiel van de avond.

Real Betis bereikte de eindstrijd van het bekertoernooi door onder meer Sevilla en Real Sociedad uit te schakelen, terwijl Athletic Bilbao voor Valencia de op papier lastigste tegenstander was richting de eindstrijd. Real Madrid (kwartfinale), FC Barcelona (achtste finale) en Atlético Madrid (achtste finale) vlogen al in een redelijk vroeg stadium uit het toernooi, waardoor al in februari duidelijk werd dat de Copa del Rey een winnaar zou krijgen die niet deel uitmaakt van de absoluut Spaanse top.

In de finale tussen Real Betis en Valencia vielen beide doelpunten in het eerste halfuur. Borja Iglesias zette de club uit Sevilla na tien minuten met een kopbal op een 0-1 voorsprong, waarna Hugo Duro twintig minuten later de score gelijktrok. In een finale met veel kansen was Juanmi in de reguliere speeltijd het dichtst bij het derde doelpunt van de avond, maar zijn inzet belandde op het houtwerk. Ook in de verlenging werd niet meer gescoord, waardoor er strafschoppen aan te pas moesten komen.

Daarin was geen hoofdrol weggelegd voor Jasper Cillessen, de doelman van Valencia die in gesprek is met PSV over een terugkeer naar Nederland. De ervaren keeper zat de hele wedstrijd op de bank en zag dat zijn concurrent Giorgi Mamardashvili geen enkele penalty pakte. Onder meer oud-PSV'er Andrés Guardado - 35 jaar inmiddels - maakte geen fout vanaf elf meter. Musah (Valencia) was de enige speler die zijn strafschop niet benutte, waardoor Real Betis voor het eerst sinds 2005 weer een prijs won.