Juventus heeft zondagavond goede zaken gedaan in de strijd om een Champions League-ticket. De Oude Dame was op eigen veld met 2-0 te sterk voor het Internazionale van Stefan de Vrij en Denzel Dumfries. De achterstand van Internazionale op koploper Napoli bedraagt daardoor inmiddels elf punten.

De ploeg uit Milaan kroonde zich twee seizoenen geleden voor de eerste keer sinds lange tijd tot kampioen van Italië en eindigde een paar maanden geleden op slechts twee punten van de nummer één. Dit seizoen draait Internazionale echter een stuk moeizamer. Het plaatste zich weliswaar ten koste van FC Barcelona voor de achtste finales van de Champions League, maar in de competitie ging het al vijf keer onderuit. Zondagavond leed Internazionale haar vijfde competitienederlaag van dit seizoen.

En dat op bezoek bij Juventus, dat eveneens een teleurstellend seizoen draait. De recordkampioen werd roemloos uitgeschakeld in de Champions League en liet al zes keer punten liggen in de Serie A. Maar vanavond hadden de toeschouwers dus eindelijk weer reden tot juichen. Na een moeizame eerste helft schoot Juventus uit de startblokken in het tweede bedrijf. Adrien Rabiot opende al na zeven minuten spelen in de tweede helft de score. De thuisploeg dacht tien minuten later op 2-0 te komen, ware het niet dat een treffer van Danilo werd afgekeurd wegens hands. De bal raakte eerst de arm van de Braziliaan, vooraleer hij doeltreffend raak schoot.

Een paar minuten voor het einde was het alsnog feest voor Juventus. Nicoló Fagioli verdubbelde de score en ditmaal bleef het doelpunt wél staan. Daarmee was het laatste beetje verzet van de bezoekers ook gebroken. Fagioli bepaalde de eindstand op 2-0. Een welkome zege voor Juventus, dat daarmee volop profiteert van de nederlaag van Atalanta Bergamo tegen Napoli. De ploeg van Teun Koopmeiners, Hans Hateboer en Marten de Roon verloor zaterdag met 1-2 van de nog altijd ongeslagen koploper uit Napels. Juventus heeft nu nog maar twee punten minder dan nummer vier Atalanta Bergamo.