Waar de top drie van de Primera División eerst onverslaanbaar leek te zijn, morsen de Spaanse grootmachten de laatste tijd veel punten. Zo ging koploper Atletico Madrid zondag met 2-0 onderuit bij Almería. FC Barcelona kwam, spelend in hondenweer, ook met 1-0 achter bij Sevilla, maar Lionel Messi zorgde in een waterballet met twee treffers en een assist voor een geflatteerde 1-4 zege.

In de stromende regen en op een extreem nat veld brak er een heerlijk voetbalgevecht los in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán. Sevilla schoot werkelijk uit de startblokken, waar Barça niet echt een antwoord op kon vinden. Het resulteerde dan ook in een 1-0 voorsprong voor de Andalusiërs. Alberto Moreno tekende voor de openingstreffer, ware het niet dat zijn schot van richting veranderd werd door Marc Bartra. Sevilla ging op jacht naar de verdubbeling van de marge, maar deze zou er niet komen.

Tegen de verhouding in wisten de Catalanen wel het net te vinden. Alexis Sánchez knikte, weliswaar vanuit buitenspelpositie, fraai de 1-1 tegen de touwen. De Chileen scoorde uit een vrije trap van Lionel Messi, wiens naam nog veel ter sprake zou komen in het duel. Zo ook op slag van rust, toen de Argentijnse dribbelaar van zich deed spreken met een fantastische treffer. Een korte pass van Pedro werd fraai aangenomen door Messi, alvorens hij vanuit de drop-kick in de lange hoek schoot. Het was de tiende van het seizoen voor de vedette.

De Primera División heeft na dit weekend drie gedeelde koplopers, waarvan Barcelona het beste doelsaldo (+46) heeft. Real Madrid staat tweede (+41) en Atletico (+40) volgt op de derde stek.