Real Madrid is de grote verliezer van de midweekse speelronde in La Liga. De manschappen van coach Carlo Ancelotti verloren woensdag met 2-1 bij Sevilla FC, terwijl titelconcurrenten Atletico Madrid en FC Barcelona wel drie punten pakten. Atletico won thuis nipt van Granada CF (1-0), Barcelona vloerde Celta de Vigo eerder op de avond in het eigen Camp Nou met 3-0.

Het verlies van Real Madrid in Andalusië mag een klein wonder worden genoemd. De hoofdstedelingen waren in de openingsfase superieur aan Sevilla en kwamen na een kwartier dan ook op voorsprong. Een vrije trap van Cristiano Ronaldo vloog, via de muur, in het doel.

Sevilla, dat tot dat moment weinig te vertellen had, kwam in de negentiende minuut op gelijke hoogte. Op aangeven van José Antonio Reyes maakte Carlos Bacca gelijk uit een counter. Real liet zich niet van de wijs brengen door de treffer en bleef de bovenliggende partij, maar wist dat niet in de score uit de drukken. En daarvoor kreeg de Koninklijke ruim een kwartier voor tijd de rekening gepresenteerd.

Pepe liet zich simpel opzij zetten door Ivan Rakitic, waardoor Sevilla opnieuw kon counteren. De Kroatische middenvelder bereikte vervolgens Bacca, die met zijn tweede van de avond - via keeper Diego Lopez - het duel volledig op zijn kop zette. Real Madrid ging daarna vol overgave op jacht naar de gelijkmaker, maar die bleef uit.

Daardoor ziet de titelrace in La Liga er ineens heel anders uit. Een week geleden stond Real Madrid nog bovenaan, maar door de nederlagen tegen FC Barcelona en nu dus Sevilla, is de ploeg teruggezakt naar de derde plaats. Real heeft zeventig punten, twee minder dan Barça. Atletico Madrid gaat nu alleen aan de leiding. De equipe van coach Diego Simeone kwam met een 1-0 overwinning op Granada CF op 73 punten. Atletico had het zeker niet makkelijk met de middenmoter, maar een treffer van goalgetter Diego Costa - een rake kopbal uit een hoekschop - bleek voldoende.