De KNVB heeft onderzoek gedaan naar de financiële invloed van het amateurvoetbal in Nederland. Uit de berekeningen blijkt dat er in totaal 5,23 miljard euro wordt bijgedragen aan de samenleving. Dat is bijna twee keer zo hoog (!) als wat het betaald voetbal bijdraagt, met 'slechts' 2,03 miljard euro.

Daarover schrijft de voetbalbond, dat het berekend heeft aan de hand van een zogenoemd SROI-model (social return on investment). Dat is een kosten-batenanalyse die overheden en sportbonden in staat stelt om de maatschappelijke waarden van voetbal te evalueren. In Nederland draagt het amateurvoetbal dus een ongekend hoog bedrag bij aan de samenleving.

De Europese Unie, de Raad van Europa, de Wereldgezondheidsorganisatie en de Verenigde Naties hebben allemaal deze aanpak geverifieerd, wat de cijfers zwaarwegender maakt. Dit miljardenbedrag is opgedeeld in meerdere pijlers, waarvan de sociale impact het grootst is. Denk aan vrijwilligerswerk en opleiding & werk, die een waarde hebben van liefst 1,18 miljard euro en 226 miljoen euro.

Ook de economie krijgt een enorme impuls door het amateurvoetbal: voetballers geven gezamenlijk zo'n 1,18 miljard euro uit aan hun hobby. 117.000 mensen zijn deels of fulltime werkzaam in het amateurvoetbal. Een ander ontzettend belangrijk onderdeel van de inkomsten, is het feit dat er geld wordt bespaard op de gezondheid. Besparing op hart- en vaatziektes en diabetes (366 miljoen), mentale gezondheid (42,55 miljoen), subjectieve welzijn – het hoe gezond en gelukkig de mensen zich voelen – zo'n 2,1 miljard euro. Blessures kosten 'slechts' zo'n 17,8 miljoen euro.