Ibrahim Afellay zit er mentaal en fysiek helemaal doorheen. Dat zegt de Nederlandse international op de website van Sport Promotion, zijn management. De middenvelder kampt al maanden met een peesblessure in zijn bovenbeen en dat houdt hem dusdanig in de greep, dat hij het zelfs niet kan opbrengen om bij zijn club Schalke 04 te gaan kijken. "Niemand kan voorspellen wanneer het weer oké is."

Horst Heldt, de directeur van Schalke 04, sprak deze week zijn teleurstelling uit over het feit dat Afellay zich zelden bij de club laat zien. Ook rond thuiswedstrijden is Afellay er nooit. Afellay kan zich de teleurstelling van Heldt voorstellen. "Natuurlijk wil ik wel bij de jongens van Schalke zijn. Het liefst wens ik ze voor elke wedstrijd zelf succes, ben ik erbij als ze spelen. Zo zit ik in elkaar. Als je ergens voor kiest, dan moet je er ook voor gaan. Met die instelling heb ik ook voor een verhuur aan Schalke gekozen. Maar ik weet zeker dat ik het nu niet trek als ik daar zou zijn en ze moet zien trainen, of als ik de groep zie voorbereiden op de wedstrijd. Ik kan het gewoon niet opbrengen."

Afellay zegt dat hij een keer de auto pakte om vanuit Utrecht naar Gelsenkirchen te rijden, maar dat hij halverwege weer moedeloos omdraaide. "Heel bizar om dan te ervaren hoezeer de blessure vat op me heeft gekregen", verzucht de oud-PSV'er.

"Ik moet me, voor mezelf, helemaal afsluiten voor de buitenwereld en concentreren op één ding: mijn herstel. Dat domineert mijn hele denken en doen", zegt de huurling van FC Barcelona. "Hoe lang duurt het nog voordat ik weer kan spelen? Met die gedachte ga ik naar bed. En sta ik er mee op. Iets anders bestaat er niet meer voor me."

Wanneer hij weer kan spelen, weet Afellay niet. "Niemand kan voorspellen wanneer het weer oké is. Dat komt er ook nog eens bij. Ik werk me kapot om weer fit te worden, maar een einddatum valt niet te prikken. Dat heeft invloed op me ja. Op elk gebied."

Afellay geeft toe dat hij door al zijn fysieke problemen een heel moeilijke periode in zijn loopbaan doormaakt. "Eerst mijn kruisbandblessure bij FC Barcelona. Daarna de peesblessure in mijn bovenbeen. Ik ben de afgelopen anderhalf jaar meer aan het revalideren geweest dan ik kon spelen. Ik weet dat ik door moet zetten. Dat zal ik ook doen. Maar er zijn momenten geweest dat ik aan alles twijfelde. Het valt me zwaar."