Michael van Praag vindt het logisch dat de vier beste landen van de UEFA-coëfficiëntenranglijst (nu Spanje, Engeland, Duitsland en Italië) vanaf 2018 gegarandeerd vier teams in de groepsfase van de Champions League hebben. Volgens de Nederlander heeft dit een financiële reden.

"Het is de enige manier om structureel meer geld in de Champions League te krijgen", stelt Van Praag in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Daar komt nu eenmaal vijftig procent of meer van het televisiegeld vandaan. De uitzenders in die landen zeggen: 'als ik niet zeker weet of de clubs uit mijn land mee spelen, ga ik niet zoveel geld op tafel leggen'. Dan gaat het om honderden miljoenen."

De grote Europese clubs dreigden met de oprichting van een eigen Super League. Door de nieuwe opzet van de Champions League is dat plan volgens Van Praag van de baan. "Het plan dat er nu ligt, daar sta ik wel achter, maar het is ook duidelijk dat er nog finetuning nodig is", reageert hij.

Het betekent wel dat de kloof tussen de Europese top en subtop, waaronder Nederland, verder groeit. Ideeën dat Nederlandse clubs beter uit de Champions League kunnen stappen om met teams uit vergelijkbare landen een eigen toernooi te spelen, vindt Van Praag niets. "Dat is zinloos. Daar komt geen tv-station op af en dus komt er geen geld binnen", besluit hij.